Meer dan 2,5 miljoen mensen gaan in Nederland regelmatig naar de kerk. Zij geloven niet alleen in Jezus, maar ook in het samen beleven van geloof. Van met elkaar zoeken naar antwoorden en zingeving tot de saamhorigheid en het omzien naar hun medemens. Wat zorgt ervoor dat mensen zich thuis voelen in hun kerk? En wat maakt hen trots? Deze week aan het woord: Moses uit Amsterdam-Zuidoost.
Moses Alagbe (65) is sinds 2001 pastor van Maranatha Community Transformation Center (MCTC) in Amsterdam-Zuidoost. In 2008 koos deze gemeenschap bewust om niet meer het woord kerk te gebruiken, omdat het religieuze aspect van een kerk veel mensen afschrikt. Terwijl het volgens Moses niet gaat om religie, maar juist over de relatie tussen mensen en Jezus én de manier waarop dat tot uiting komt in de gemeenschap. Kerk ben je 24/7 en overal, ook buiten het gebouw waar je samenkomt. Moses woont samen met zijn vrouw in Edam, hun twee volwassen kinderen wonen in Rotterdam.
‘We noemen onze kerk bewust geen kerk, omdat veel mensen in Nederland een verkeerd beeld hebben bij de kerk. Daarom hebben we onze naam in 2008 aangepast naar Maranatha Community Transformation Center. De kerk hoort een samenkomst van Gods mensen te zijn. Kerk-zijn gaat over Jezus volgen en doen wat Hij deed. Iedereen is welkom bij ons, we proberen de drempel zo laag mogelijk te houden. Sommige mensen komen niet op zondag, maar ontmoeten we juist doordeweeks. We leren mensen dat de kerk een 24/7-functie heeft. Het gaat niet alleen om de zondag. Overal waar we zijn, mogen we iets van Jezus’ liefde laten zien. ’
‘Ik geloof dat dit is waarvoor God ons gemaakt heeft. Adam en Eva waren al aan het werk voor God. Daar lees je door de bijbel heen veel over. Als mensen gaan begrijpen dat alles wat ze doen voor God is, geeft dat hun leven betekenis. We moeten het licht en zout zijn. Wat je doet in het leven is dus niet voor jezelf, of voor een promotie op je werk. God heeft mensen een passie gegeven waarmee ze hem kunnen dienen. Je hart is het meest belangrijk. Als christenen mogen we een instrument in Gods hand zijn.’
‘Ik werk inmiddels 25 jaar in Amsterdam-Zuidoost, dus ik ken de buurt heel goed. Maar eigenlijk maakt het niet uit in welke kerk ik kom. Ik voel me altijd thuis omdat de geest van God er is. In 2007 was ik tijdens een studie in China om onderzoek te doen. Ondanks dat we niet dezelfde taal spraken, voelde ik me thuis. Als je bij mensen met dezelfde levenshouding bent, voel je je altijd thuis. Hier in de kerk zijn we net een familie. We houden van elkaar, en soms trappen we op elkaars tenen. Maar we vergeven elkaar en gaan ook weer verder. Het is fijn om te zien hoe we met elkaar omgaan, elkaar steunen en elkaar bemoedigen. Mensen bidden voor elkaar, we zoeken elkaar thuis op, vieren met elkaar én staan voor elkaar klaar als er uitdagingen zijn. Dat is heel waardevol.’
‘Er zijn veel uitdagingen in de buurt waar ons gebouw staat. 65 procent van de bevolking in deze wijk is migrant. Zij zijn echt de meerderheid hier. Ik zie mezelf als pastor voor de gemeenschap, ik ben niet alleen pastor van mijn eigen kerk. Als mensen vragen hoe groot onze kerk is, zeg ik dus dat we er voor 9000 mensen zijn. Want dat is het aantal inwoners hier en ik voel me verantwoordelijk voor hen. Jezus zou zich ook verantwoordelijk voelen. Ik loop vaak rond in de buurt en vraag mensen hoe het gaat en of ze hulp nodig hebben. Zelfs de mensen die niet in de kerk komen, noemen me pastor.’
‘Naast bidden doen we verschillende dingen in de buurt. Eenzaamheid is bijvoorbeeld een groot probleem in Amsterdam. Veel mensen hebben weinig sociale contacten en blijven daarom thuis, soms ook omdat ze de taal niet spreken. Op maandag is ons gebouw open voor iedereen die daar behoefte aan heeft. We hebben 25 naaimachines gekocht en vanuit de kerk zijn er mensen die naailessen geven. Soms komen mensen uit de buurt ’s ochtends om te naaien en blijven ze vervolgens de hele dag. In 2019 ontdekten we daarnaast dat veel kinderen zonder ontbijt naar school gingen. Dat was echt een schok voor mij. We begonnen toen met ontbijt verzorgen voor 35 kinderen en inmiddels komen er iedere dinsdag 100 kinderen. We leren ouders ook hoe belangrijk de eerste maaltijd van de dag is. Op woensdag zit hier een advocaat die gratis rechtsbijstand en advies geeft aan wie dat nodig heeft en op donderdag nodigen we mensen uit de buurt uit om ’s avonds te komen eten. Zo halen we hen uit de isolatie en brengen we hen in contact met andere buurtgenoten. Ons leven delen met anderen vinden we heel belangrijk. Op vrijdag is er huiswerkbegeleiding voor kinderen wiens ouders niet goed Nederlands spreken. De hele week zijn er activiteiten voor onze buurtgenoten.’
‘De kerk betekent veel voor mij. Jezus zegt in Zijn woord dat we de samenkomst van het volk van God niet mogen verzaken. We moeten niet afwezig zijn. We mogen elkaar bemoedigen, steunen, helpen, motiveren en samen leren. Dat geeft energie en kracht. Er zijn veel uitdagingen in de wereld en als je niet zo’n plek als deze hebt, kan dat je moedeloos maken. Voor mij is het samenkomen met Gods mensen de bron van het leven.’
‘Eigenlijk is het heel simpel. Leer je mensen opnieuw om discipelen te zijn en wat het betekent om Jezus te volgen. Veel kerken weten niet wat dat inhoudt. We zijn te dogmatisch en focussen alleen op religieuze activiteiten. Maar dat is niet wat kerk-zijn is. We moeten mensen opnieuw leren om in geloof te wandelen en op God te vertrouwen. Zodat ze weten dat ze God altijd en overal waar ze zijn kunnen dienen. Als er uitdagingen of problemen zijn in hun community, moeten kerken daar aandacht aan schenken. Ze moeten hun ogen niet sluiten voor wat er gebeurt om hen heen, want ze zouden het licht moeten zijn in hun gemeenschap. We kunnen altijd bidden en praktisch helpen als die mogelijkheid er is. God houdt van iedereen, en als kerk mogen we niemand veroordelen. Wie zijn wij om dat te doen? Jezus zei: ik ben niet gekomen om de wereld te veroordelen. Door mij heen kan de wereld gered worden. Dat zou ook onze eigen houding moeten zijn. Door de manier waarop wij met mensen omgaan, leren ze Jezus kennen. We hoeven niet eens over hem te vertellen. Kerk-zijn gaat veel verder dan de agenda die veel Nederlandse kerken hebben. Het draait om de liefde van God en hoe we die kunnen uitdelen aan de mensen om ons heen.’
‘Ik ben trots omdat we proberen om Jezus 24/7 te volgen. We proberen tot zegen te zijn voor de gemeenschap waar we in zitten en het licht en zout te zijn waar Jezus het over heeft. Ik ben vooral trots dat mensen zo trouw zijn. Ondanks al hun eigen uitdagingen blijven ze Jezus volgen.’
Tearfund liet onafhankelijk onderzoek doen naar de waarde die mensen aan de kerk hechten, en wat blijkt: 77% van de Nederlandse kerkgangers heeft een gevoel van trots over zijn eigen kerk. Gemiddeld werd het kerkelijk leven met een 7,3 beoordeeld, waarbij 43% zelfs een 8 of hoger gaf.