Volgens Don Ceder verandert er iets wanneer je iemand écht in de ogen aan durft te kijken. Menselijke waardigheid is intrinsiek een kenmerk van het menszijn; onafhankelijk van nationaliteit, fysieke of sociale gesteldheid van een persoon. Of je nou Oekraïner bent Zimbabwaan, Nederlander, Israëliër of Palestijn. Lees hieronder zijn column.
In 2019 bezocht ik -destijds als lid van de Raad van Toezicht van Tearfund- een aantal projecten in Zimbabwe. We bezochten een aantal gebieden waar Tearfund via projecten de lokale bevolking en kerken ondersteunt. Het grensgebied tussen Zimbabwe en Mozambique werd in 2019 hevig getroffen door cycloon Idaï. Honderden mannen, vrouwen en kinderen stierven door overstromingen en rotsen die naar beneden vielen en velen zijn nooit meer teruggevonden. Huizen, oogsten en vee gingen verloren, waardoor veel mensen weer vanuit het niets een bestaan moesten opbouwen. Een verschrikkelijke situatie.
We bezochten bewoners in o.a. Chipenge en Chimanimani die allerlei voedselpakketten ontvingen, maar ook training en ondersteuning kregen bij het verbouwen van gewassen. De rol van de kerken in deze gemeenschappen was fantastisch om te zien. Door samen te werken en verschillen te overbruggen, wisten ze de gemeenschap op te bouwen en in zijn geheel sterker te maken.
We hebben vaak vergaderingen over de situatie gehad op het kantoor van Tearfund, in het veilige Utrecht. Maar toen ik daar was, veranderde er iets in mij. Het werd echt en begon te leven. Ik kon de mensen aankijken en spreken. Hun leed ervaren. En ondanks dat velen alles kwijt waren en sommigen ook Hiv-positief waren, zag ik ook iets van hoop in hun ogen. Hele krachtige mensen die door verlies heengingen met een doorzettingsvermogen waar ik nog heel veel van kan leren. Deze reis maakte me nederig in die zin dat ik mensen in de ogen kon aankijken en kon verbinden op een manier die ik van tevoren niet had kunnen bedenken.
Het gelaat van de ander veranderde mij. De joodse filosoof Emmanuel Levinas sprak hier over; het is het gelaat van de ander dat aanspreekt tot moreel handelen. Dat gelaat is zo belangrijk. Er verandert iets wanneer iemand niet meer een paar letters op een papier is, maar een mens van vlees en bloed. Iemand die ook nog eens voor je staat en een appèl doet op jouw menselijkheid en zo bevestigt dat die persoon waarde heeft.
Het is die menselijke waardigheid die intrinsiek het kenmerk is van menszijn; onafhankelijk van nationaliteit, fysieke of sociale gesteldheid van een persoon. Of je nou Oekraïner bent Zimbabwaan, Nederlander, Israëliër of Palestijn. Eenieder is evenveel van waarde. En daarmee is ieders nood of roep om hulp ook per definitie even legitiem.
Deze gedachte is niet alleen nationaal en internationaal juridisch verankerd, maar is allereerst geboren uit het hart van God zelf, die ieder mens naar Zijn evenbeeld heeft gemaakt. En dan is het ook niet zo verwonderlijk dat God zelf, de Schepper van de kosmos, zichzelf vereenzelvigt met juíst de meest kwetsbaren. Recht doen aan de ander, is recht doen aan God.
In het gelaat van de Ander zien we naaktheid en armoede; van hieruit ontstaat een gebod. Het gelaat van de noodlijdende Ander vernietigt mijn eigen veilige huisje, mijn veilige zelfgenoegzaamheid wordt opengebroken. Het zwaartepunt van mijn bestaan wordt verlegd van mezelf naar de ander. Mijn vrijheid wordt omgebogen naar engagement en het dienen van de medemens.
Deze les van Levinas, die ik in Zimbabwe heb mogen leren, probeer ik ook op andere plekken in mijn leven toe te passen. Dat is niet altijd even makkelijk; de wereld is veel simpeler als we het gelaat van een ander niet voor ons zien bij het maken van keuzes en dilemma’s. Maar zodra we in ons handelen geen gelaat voor ons zien, ontstaat het risico op het dehumaniseren van een ander. En dan nemen de makkelijke antwoorden het over. Zowel in ons eigen persoonlijke leven, als in andere delen van de wereld.
Een recent voorbeeld: rond de verschrikkelijke gebeurtenissen in Israël en de oorlog in Gaza hebben we allen kunnen zien hoe makkelijk en verleidelijk het is om weg te kijken van het gelaat van de ander; en de ander hiermee te dehumaniseren. Het lijkt - als ik de discussies zie in Nederland, maar ook wereldwijd - in veel gevallen bijna onmogelijk om het leed van een ander nog te kunnen te kunnen zien vanwege het eigen leed. Een trieste constatering, maar let op: wij allen zijn hier vatbaar voor.
Het ontmenselijken van de ander in ons denken en doen verdooft ons vermogen tot empathie, maakt ons onverschillig voor leed van de ander en blind voor onrecht. Het dehumaniseren van een ander praat recht wat krom is. Het zoekt makkelijke antwoorden in complexe dilemma’s. Het reduceert een mensenleven tot een hinderlijk object, dat minder waard is dan dat van een ander.
Het besef van de waarde en gelijkwaardigheid van een mensenleven is nooit iets vanzelfsprekends. Niet in Nederland, maar ook niet in de rest van de wereld. Wij allen zijn in staat tot het dehumaniseren van een ander, als we het gelaat niet bewust blijven zien. En daarom hoop ik dat ikzelf, maar ook elke lezer, moedig genoeg mag zijn en blijven om het gelaat van de ander bewust op te blijven zoeken. En het appèl dat daaruit voortvloeit.
Don Ceder (Amsterdam, 1989) is sinds 2021 Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie. Hij heeft o.a. de onderwerpen armoede, asiel, discriminatie en buitenlandse zaken in zijn portefeuille. Voor zijn Kamerlidmaatschap was Don sociaal advocaat en hielp hij mensen die tussen wal en het schip vielen door o.a. schuldenproblematiek.
Don was onder andere als spreker en Raad van Toezicht-lid betrokken bij Tearfund en deelt dezelfde strijd voor rechtvaardigheid. De Bijbeltekst boven zijn bio op de website van de Tweede Kamer luidt niet voor niets 'Maar laat het recht als water golven, en gerechtigheid als een immer vloeiende beek' (Amos 5:24).