
Gemiddeld twee keer paar maand koken Paul en Ida voor dak- en thuislozen in Apeldoorn: “In een restaurant heb je toch ook gewoon een menukaart, waarom zouden onze gasten dan niet mogen kiezen?”
In kleurrijke letters staat het menu op een flip-over bij de ingang: hutspot, boerenkool en andijviestamppot. “Gewoon Hollandse pot met een gehaktbal vinden onze gasten eigenlijk het lekkerst,” zegt Ida.
“We spreken altijd om 9:00 uur ‘s ochtends af en als er tijd is drinken we nog een kopje koffie. Maar vandaag hadden we geen tijd, want we moesten naar de Hanos en een aantal supermarkten,” Ida vertelt, terwijl ze ondertussen bakken vol met gehaktballen draait. Paul snijdt een berg uien en houdt ondertussen nauwlettend vijf pannen - waarin verschillende gerechten liggen te pruttelen - in de gaten. Om zijn middelvinger zit blauw verband: “Ik heb sinds vandaag een nieuw mes, maar ik moet er nog een beetje aan wennen.”
Paul en Ida zijn samen verantwoordelijk voor het menu. Paul werkt het menu uit om binnen het budget te blijven en maakt een kookplanning. “We gaan meestal naar de markt, een ‘grootgrutter’ en een Turkse supermarkt, zodat we overal het goedkoopst kunnen scoren. De hoeveelheden kloppen altijd preciés,” aldus Ida. “Elke week maken we meer soep en iedere week is de soeppan leeg. Mensen blijven maar opscheppen. In al die jaren heb ik twee keer meegemaakt dat we chinees moesten bestellen met de vrijwilligers, omdat al het eten op was”, vult Paul aan.
Ida is verantwoordelijk voor de gezelligheid en aankleding. Paul: “Als er iets georganiseerd moet worden dat op een feestje lijkt, dan gaat zij helemaal los. Dan mag ik de sidekick zijn, haha.”
Het mooiste dat je aan je medemens kan geven is tijd. Dan geef je in feite iets van jezelf.
Sinds 2013 organiseert de gemeenschap van Sant-Egidio de Fransiscustafel, vernoemd naar Paus Franciscus, die in dat jaar aantrad. Iedere maandag ontvangen in de Onze Lieve Vrouwekerk dak- en thuisloze mensen een maaltijd. De ene week wordt deze gemaakt door een school en als de school niet kan, koken Paul en Ida. Dat is soms één keer per maand en soms drie keer per maand. “De deur gaat om 17:00 uur open, maar om 16:10 uur staan hier al de eerste gasten om te checken wat er op het menu staat. In een restaurant heb je toch ook gewoon een menukaart, waarom zouden onze gasten dan niet mogen kiezen? Mensen worden hier echt gezien”, licht Paul toe. “Koken is erg leuk. Ik doe het omdat ik het kan, maar ook omdat ik zie wat het met mensen doet. Het mooiste dat je aan je medemens kan geven is tijd. Dan geef je in feite iets van jezelf. Ik ben een doener, geen social worker. Dus dit is dan mijn manier om te geven.”
Mondjesmaat druppelen de eerste vrijwilligers van de bediening binnen. Terwijl Ida handig en snel liters pannenkoekenbeslag mixt, vertelt ze. Af en toe wordt haar verhaal onderbroken door een vrijwilliger die een vraag stelt over het dekken van de tafel of het klaarzetten van het buffet. “Ik ben hier eigenlijk toevallig beland. Eerst werd ik gevraagd voor de bediening, maar op een gegeven moment bleek Paul geen hulp meer te hebben in de keuken. Dat wilde ik wel doen en dat beviel wel. Paul is van de structuur en ik ben van de gezelligheid!”
Een paar verkeerde afslagen in je leven en je staat aan de andere kant van de bakfiets.
“Door hier een paar uur per maand te zijn, ontdekte ik veel van een deel van onze samenleving die ik anders misschien niet zo goed had leren kennen. Een paar verkeerde afslagen in je leven en je staat aan de andere kant van de bakfiets. Dat kan ons ook overkomen hè?” Hiermee refereert Ida naar de bakfiets die iedere vrijdag op het marktplein van Apeldoorn staat. Er wordt dan soep uitgedeeld. “Als je wilt, kun je in Apeldoorn iedere avond van de week ergens een maaltijd krijgen.”
Paul: “Er zijn zo veel vooroordelen over dak- en thuislozen. Ik krijg soms scheve blikken of vragen als ik aan mensen vertel dat ik dit doe. Maar het is hier nooit onveilig. Sterker nog, als er iemand onder invloed binnenkomt, dan corrigeren de gasten elkaar om de veilige sfeer te behouden. We willen aan iedereen een veilige plek bieden waar je rustig van je maaltijd kunt genieten. Maar je hoeft hier nooit met een lege maag te vertrekken, dus soms krijgen gasten een maaltijd mee.”
Af en toe loopt Ronald de keuken in om polshoogte te nemen. Ronald is diaken van de Sant-Eigidio gemeenschap. Vandaag is hij ‘omloop’, wat betekent dat hij verantwoordelijk is dat de maaltijd rustig verloopt. “Maar ingrijpen is eigenlijk zelden nodig, hoor. Op straat zeggen ze zelfs tegen elkaar: ‘Hé, dat zijn mensen van de kerk. Daar kom je niet aan hoor!’ of tegen mij: ‘Jullie zijn onze vrienden.’ Tijdens het diner schuift Ronald soms naast een gast om een luisterend oor te bieden of te vragen hoe het gaat. Soms krijgt hij ook grote levensvragen als: ‘Kom ik wel in de hemel?’
Ida werkt als gastvrouw in de dementiezorg. Ondanks haar onregelmatige diensten houdt ze de maandag altijd vrij om te kunnen blijven koken. “Ik doe dit eigenlijk niet specifiek omdat ik christen ben. Ik vind het gewoon heel fijn dat ik iets voor mijn medemens kan doen. Maar het is misschien wel een beetje vanuit huis zo ontstaan. Mijn vader zat in het schoolbestuur en de kerkenraad. Zo zag ik dat je dingen ook vrijwillig kunt doen en dat ik niet altijd alles hoef te doen om er iets mee te verdienen.”
Paul: “Nee, dat vanuit mijn christen-zijn heb ik ook niet per se. Bij mij is het meer opvoeding. Mijn vader was, in beperkte mate, vrijwilliger, bijvoorbeeld voor het tuinonderhoud van de parochie of het rondbrengen van krantjes voor de katholieke kerk. Ik zou het heel fijn vinden als mensen iets voor mij zouden doen als ik dat nodig had. Dat heb ik trouwens ook ervaren toen mijn vrouw erg ziek was. Het is zo fijn als anderen je helpen. Andersom geeft het juist ook veel: je bent onder de mensen, je kunt van betekenis zijn. Maar ik vind het ook gewoon echt heel leuk. Je kunt alleen iets vrijwillig doen en zo lang volhouden als je het écht leuk vindt om te doen. Er is nog nooit een dag geweest dat ik geen zin had.”
Ida: “Op werk moet je altijd presteren. Hier bedenken we zelf de lat.” Paul vult aan: “Maar we leggen de lat voor onszelf wel hoog. Wat je er namelijk in stopt, haal je er ook uit. We koken hier met veel liefde en aandacht en dat laten we bijvoorbeeld zien door mensen altijd een keuze te bieden. Die liefde en aandacht krijgen we ook terug. Misschien niet wij altijd direct, maar dan de vrijwilligers aan tafel.” Ida: “En we dekken de tafel altijd gezellig, met kerst of Pasen bieden we iets extra’s.”
Of het Ida en Paul ook iets kost? Paul lachend: “M’n knieën!” Ida: “Ik ben de dagen na zo’n lange dag koken wat moeier en heb soms een beetje rugpijn. We maken dagen van 9:00 tot soms wel 20:30 uur. Maar het gééft me nog veel meer energie, dus ik peins er niet over om ermee te stoppen.”
De Gemeenschap van Sant’Egidio is een wereldwijde gemeenschap van christenen die zich vanuit het Evangelie inzet voor de armen in de breedste zin van het woord, duurzaamheid en de vrede. In Apeldoorn doen ze dat onder anderen met de Fransicustafel (het restaurant voor dak- en thuisloze mensen), een straatteam voor daklozen, bezoek aan ouderen en een kledingbank. Benieuwd of jij ook iets kunt doen? Kijk dan hier.