Wat motiveerde Tearfund om ervoor te kiezen om via de kerk te werken? Deze vraag legden wij voor aan Otto de Bruijne, Tearfund-pionier van het eerste uur. Hij schept meteen duidelijkheid. ‘Tearfund koos niet voor de kerk maar andersom: de kerk vond Tearfund uit.’
Tearfund is een leerzame spiegel in onze eigen levensstijl
Tearfund koos niet voor de kerk maar andersom: de kerk vond Tearfund uit. Dat was het begin. Kerken en christenen in het Verenigd Koninkrijk en hier in Nederland stuurden spontaan giften naar de Evangelische Alliantie, een koepelorganisatie van kerken, om hulp te bieden bij een watersnoodramp in Bangladesh, een aardbeving in El Salvador en droogte in Zuid-Soedan. De Alliantie stichtte een fonds (The Evangelical Alliance Relief Fund) om die giften door te geven aan de kerken in die rampgebieden.
Tearfund was en is dus niets meer of minder dan een doorgeefluik tussen gevende kerken en ontvangende kerken. De hulp ging naar nationale en plaatselijke kerken en sociale programma’s van nationale christelijke organisaties. Op de noodhulp volgde wederopbouw en langdurige ontwikkelingssamenwerking. Dat bepaalde het DNA van Tearfund: geen centrale organisatie met een hoofdkantoor in de ‘rijke’ wereld en filialen in ‘arme’ landen, maar partnerschap met lokale en nationale kerken.
De kerk is een wereldwijde bloedsomloop. Een dorpskerk ergens in de eindeloze savannes van Oost-Afrika staat in contact met een landelijke koepel van kerken in hun regio, die weer in contact staat met Tearfund, die weer contact heeft met een kerk in Nederland waar de familie Janssen in de Tuinstraat deel van uitmaakt. Het is een soort circulaire economie, een kringloop van de kerk waardoor elke wereldbewoner dichterbij is. De ander is ‘one click – één gebed en één euro – away’.
1 + 1 = 2, zowel in Amsterdam als in Ouagadougou of Mumbai. Dat is de wereldwijde taal van de feiten. Christenen in Azië, Zuid-Amerika, Afrika, Europa en noem maar op, kunnen elkaar verstaan in de gemeenschappelijke taal van het Evangelie, het hart van de liefde. Vanuit dezelfde Bron wordt er gebeden, gezongen, gesproken, gedacht en gehandeld. De kerk heeft ook een gemeenschappelijke taal als het gaat om visie, doelen, beleid, kwaliteit boven kwantiteit, zijn boven doen, geven boven hebben, lange adem boven korte termijn.
Tearfund is een doorgeefluik tussen de gevende en ontvangende kerk
Geld en macht kunnen akelige gevolgen hebben in relaties. De spreukendichter zet de relatie in het kader van een driehoek: Rijken en armen ontmoeten elkaar, hun beider Maker is de Heere (Spreuken 22:2). Partnerschap op ooghoogte is de gemeenschappelijke grond waarop kerken en christenen elkaar op een gelijkwaardige manier ontmoeten en samenwerken. Gever en ontvanger staan beiden voor de spiegel van dit Woord.
De familie Jansens in de Tuinstraat zit aan de wereldwijde tafel van de kerk, samen met een Masai, Rwandees, Keniaan, Nederlander enz. Aan die tafel leren zij van elkaar. Door dit partnerschap is Tearfund niet alleen een doorgeefluik, maar ook een leerzame spiegel in onze eigen levensstijl.
Bevrijding van armoede en onrecht gaat zeker niet alleen over geld, maar vooral over moed, veerkracht, karakter, visie, hoop en liefde. De kerk inspireert mensen om te veranderen en kan de vertaalslag maken naar de plaatselijke omstandigheden. Daar begint transformatie van die ene vrouw of man, die besluit te breken met een levensstijl die ziek maakt, arm houdt, onderdrukt en de natuur uitput. Dat geldt voor Nederlandse christenen en voor ontvangende kerken en christenen. Omkeer hier en omkeer daar.
De plaatselijke kerk is de stad op de berg waar haar leden geïnspireerd en getransformeerd worden om zout en licht op hun plek te zijn, om de beelden te gebruiken die Jezus ons in de Bergrede leert.
Otto de Bruijne is spreker, schrijver, theatermaker én schilder. Ruim 50 jaar geleden stond hij aan de wieg van Tearfund. Nog steeds is hij zeer betrokken bij ons werk: 'Tearfund houdt zich bezig met thema’s onrecht, armoede, duurzaamheid en bewustwording. Uiteraard gaan alle vier de thema’s mij aan het hart, maar die laatste toch wel het meeste. Als de bewustwording ontbreekt, kun je ook niet met de andere drie thema’s aan de slag gaan. Ik wil graag de diepte opzoeken en gaan voor een totale mentaliteitsverandering. Door middel van verdieping hoop ik dat mensen aangezet worden om in de praktijk aan de slag te gaan. Ik geloof dat bewustwording de basis is waardoor thema´s als onrecht, armoede en duurzaamheid gaan leven.'