Ooit stond Zimbabwe bekend als de graanschuur van zuidelijk Afrika, maar deze titel is het land inmiddels verloren. Klimaatverandering beïnvloedt de voedselzekerheid enorm, en zeker niet ten goede. Steeds meer families kunnen zichzelf niet meer van voldoende maaltijden voorzien.
De gevolgen van klimaatverandering in Zimbabwe zijn zeer schrijnend. Op dit moment zijn 4,9 miljoen mensen afhankelijk van voedselhulp. Tearfund werkt in Zimbabwe samen met lokale partner FACT, een van de eerste ngo’s in het land die concrete hulp bood ten tijde van de hiv/aids-pandemie eind jaren ’80 en begin jaren ’90. Hoewel het land nog altijd met hiv/aids kampt, is de focus van FACT de afgelopen jaren verlegd naar andere kwesties, zoals levensonderhoud en bestaanszekerheid. Joseph Chakandinakira vertelt, vanuit zijn rol als projectleider bij FACT, over de verstrekkende gevolgen van klimaatverandering. ‘Het is inmiddels geen nieuw verhaal meer. We kennen in Zimbabwe al een heel aantal jaren grote droogte. In heel het land zijn er gemeenschappen die te maken hebben met een tekort aan voedsel. Een groot deel van hen is afhankelijk van de steun van hulporganisaties of de overheid.’
Ik heb de bananenplanten voor mijn ogen zien wegspoelen
Begin 2019 leek het even de goede kant op te gaan. ‘Drieënhalf jaar geleden viel er behoorlijk wat regen en we waren dan ook hoopvol gestemd over de landbouwopbrengst. Maar toen kregen we met een enorme tegenslag te maken: de cycloon Idai raasde over ons land en het extreme natuurgeweld vernietigde in korte tijd het merendeel van de gewassen. Ook de schade aan huizen en infrastructuur was groot.’ Na Idai volgden nieuwe zware stormen elkaar op. ‘De laatste was nog niet eens zo heel lang geleden. In januari raasde cycloon Ana over ons land en opnieuw werden gewassen vernietigd. Ik heb de bananenplanten voor mijn ogen zien wegspoelen.'
Toch was de situatie bij cycloon Ana anders dan bij cycloon Idai, vertelt Joseph. ‘Toen Idai kwam, waren we niet goed voorbereid. Dat was heel anders bij Ana. We hebben de afgelopen jaren via onze projecten heel erg geïnvesteerd in preventie en management. Kijk, we kunnen natuurrampen niet voorkomen, maar we kunnen ons wel beter wapenen tegen de impact van rampen. Om die reden bouwen we aan weerbaarheid.’
We kunnen natuurrampen niet voorkomen, maar we kunnen ons wel beter wapenen tegen de impact
FACT doet dat op verschillende manieren. Zo zijn er kerk- en schoolgebouwen aangewezen als evacuatiecentra en zijn er comités opgericht die zorg dragen voor de primaire levensbehoeften tijdens een ramp. Daarnaast wordt er geprobeerd om de agrarische activiteiten die plaatsvinden in kwetsbare gebieden, zoals rivieroevers, te verplaatsen naar hoger gelegen gebieden. ‘De hellingen van bergen zijn prima geschikt voor landbouw, maar dat vraagt ook weer om bepaalde inspanningen. Veel bomen worden namelijk gekapt, waardoor bij regenval de kans op modderstromen toeneemt en erosie plaatsvindt. Dit gaat ten koste van de kwaliteit en vruchtbaarheid van de grond. Daarom leggen we langs de hellingen terrassen aan en ontmoedigen we houtkap. En we hebben gezien dat het werkt: bij Ana bleven veel mensenlevens gespaard, net als een groot deel van de gewassen.’
Door de veranderende levensomstandigheden is aanpassing onvermijdelijk
Joseph stuurt verschillende projecten aan, onder meer projecten die gericht zijn op het voorzien in levensonderhoud. ‘Door de veranderende levensomstandigheden zijn innovatieve ideeën hard nodig en is aanpassing onvermijdelijk. De grond waar de boeren hun gewassen op verbouwen, is ernstig aangetast en dus verzwakt. Daarom wijzen we hen op het belang van minimale grondbewerking en adviseren we om te werken met methoden waarbij het vochtgehalte in de bodem zo hoog mogelijk wordt gehouden.
Verder wordt er organische mest gebruikt. De boeren verzamelen bladeren en takken die ze halen uit de bergen, en gebruiken die als compost. We zien dat dit ten goede komt van de kwaliteit en kwantiteit van de oogst. Bovendien is het goedkoper dan de chemische meststoffen die de boeren voorheen altijd kochten. Om nog een andere aanpassing te noemen: veel boeren zijn selectiever geworden als het gaat om wat ze verbouwen. Een heel aantal boeren zijn overgegaan op gewassen die bestand zijn tegen de extreme hitte en droogte. De korrel van rapoko bijvoorbeeld, een graansoort die hier inmiddels veel verbouwd wordt, kan groeien onder zeer hoge temperaturen.’
We hebben een goedwerkend irrigatiesysteem op zonne-energie ontwikkeld
Op dit moment werkt FACT, samen met Tearfund, in drie verschillende regio’s: Chimanimani, Buhera en Nyanga. In het oostelijke Buhera ondersteunt FACT onder andere in de uitvoering van tuinbouwwerkzaamheden. ‘Het is zoeken naar manieren om de gemeenschap de best mogelijke ondersteuning te bieden. Ik denk dat we in Buhera een mooie manier gevonden hebben. We hebben hier een goedwerkend irrigatiesysteem op zonne-energie ontwikkeld.
Het systeem blijkt erg gebruiksvriendelijk en kost ons nauwelijks geld, want onderhoudskosten zijn er eigenlijk niet.’ Voor de boeren komt het irrigatiesysteem als geroepen. ‘Buhera is een erg droog gebied. Er valt nauwelijks nog regen. Dankzij het irrigatiesysteem kunnen ze het water vasthouden en op een spaarzame manier gebruiken. Ik hoop dat we snel verder op kunnen schalen door meer van deze irrigatiesystemen aan te leggen. Nog meer boeren zullen van de voordelen profiteren!’
We stimuleren de mensen om zélf op te staan uit armoede
Joseph hoopt op een toekomst waarin zelfredzaamheid centraal staat. Een stap in die richting is de keuze om te werken via zelfhulpgroepen. ‘In de projecten die we met Tearfund uitvoeren, werken we vaak met zelfhulpgroepen. De deelnemers aan deze groepen krijgen de mogelijkheid om een kleine lening af te sluiten. Op die manier kunnen ze met een klein bedrag zelfstandig aan de slag.’ Volgens Joseph is er alle reden voor om te werken met zelfhulpgroepen. ‘Ik vind dit veruit de meest duurzame manier van interveniëren. Gemeenschappen worden aangemoedigd om te brengen wat ze hebben, niet alleen in materieel opzicht, maar ook wat hun inzet betreft. Hiermee stimuleren we de mensen om zélf op te staan uit armoede. Het gaat uiteindelijk niet om het geld dat we hun geven. Nee, het gaat om de aanmoediging die de deelnemers uit de zelfhulpgroepen van ons ontvangen. Hiermee geven we de verantwoordelijkheid uit handen en moeten ze zelf aan de slag.’
Je kunt van een ander niet iets verwachten, zonder ook zelf in beweging te komen
De gevolgen van de klimaatverandering zijn ongelijk verdeeld. Waar we in het Westen de impact slechts beperkt zien en voelen, is dat in Zimbabwe anders. Daar worden de gevolgen dagelijks ondervonden. ‘Voor mij is klimaatverandering geen abstract begrip. Ik zie de kurkdroge landbouwgrond letterlijk voor me, evenals de bezorgde gezichten als het gaat om wanneer en vooral hoeveel regen er zal vallen.’ Toch weigert Joseph in een slachtofferrol te kruipen. ‘We maken ons allemaal schuldig aan het schaden van onze leefomgeving. We hebben hele bossen laten verdwijnen en met onze landbouwmethodes hebben we gezorgd voor uitgeputte bodems. Gelukkig maken we nu wel stappen om dat te voorkomen. Ik geloof dat de klimaatverandering waar we op dit moment mee te maken hebben, veel over onszelf zegt. We gebruiken allerlei machines en grondstoffen om zo snel mogelijk te maken wat we wensen of nodig hebben, zonder daarbij rekening te houden met de consequenties. Dat geldt net zo goed voor het Westen als voor ontwikkelingslanden. Iedereen heeft een verantwoordelijkheid, dus iedereen zal bij zichzelf te rade moeten gaan wat zijn of haar bijdrage is aan die klimaatverandering. Er verandert niks zolang we ons eigen gedrag in stand houden. Je kunt van een ander niet iets verwachten, zonder aan de andere kant ook zelf in beweging te komen. Als ik de mensen hier in Zimbabwe zou vertellen dat ze het Westen de schuld mogen geven, dan is dat onterecht. Bovendien ontneem ik hun dan hun eigen verantwoordelijkheid, en juist die eigen verantwoordelijkheid is essentieel.’
Voor nu blijven we de gemeenschappen ondersteunen, maar er komt een moment dat dat niet meer nodig is
Ondanks de problemen die er in zijn land spelen, is Joseph hoopvol over de toekomst. ‘Ik geloof dat het beter zal worden. Dat is ook de reden dat we door blijven gaan met het ondersteunen van gemeenschappen. Daar blijf ik bij zeggen: alleen zolang dat nodig is. Uiteindelijk zullen de mensen in Chimanimani, Buhera en Nyanga het zelf moeten doen. Voor nu blijven we de gemeenschappen ondersteunen met het ontwikkelen vaardigheden en het vermeerderen van kennis. Maar er komt een moment dat dat niet meer nodig is, daar ben ik van overtuigd.’