`Ik denk dat heel veel mensen geen idee hebben hoe het echt met de aarde gesteld is.’ Econoom Paul Schenderling constateert groot onrecht als het gaat om consumptie. Er staat ons dus wat te doen. Maar wat precies? In gesprek met een hoopvolle realist.
Paul Schenderling: `Ik denk dat heel veel mensen geen idee hebben hoe het echt met de aarde gesteld is en hoeveel mensen er uitgebuit worden. 14 Miljoen niet-westerse mensen werken om ons comfortabele huishouden in stand te houden. Met andere woorden: bijna twee voltijd functies per Nederlands huishouden. Deze mensen verrichten zwaar en monotoon werk met lange dagen en onder slechte omstandigheden. Ze hebben geen sociaal vangnet en worden zwaar onderbetaald. Het is slaafse arbeid en dat allemaal ten dienste van onze consumptie.’
`Kijk, in Nederland hebben we dat eigenlijk best goed voor elkaar. Er zijn arbeids- en milieustandaarden die allerlei vormen van uitbuiting voorkomen. Dat is positief. Nu is het de uitdaging om dat ook wereldwijd toe te passen. Want in Nederland kan het misschien op orde zijn, maar met onze import houden we de uitbuiting in het buitenland nog steeds in stand. Arbeiders worden uitgebuit en onze uitstoot zorgt ervoor dat de levens van mensen vernietigd worden.’
Groene groei is dweilen met de kraan open
`Ja en tegelijk moeten we ons realiseren dat juíst onze consumptie het probleem is. We denken vaak dat we aan `groene groei’ doen: het idee dat onze consumptie kan blijven groeien en dat we tegelijkertijd zorgen voor een vermindering van de uitbuiting van mens en aarde. Helaas is dat niet hoe het werkt. In 2030 zal blijken dat we miljarden hebben geïnvesteerd om de doelen van het klimaatakkoord van Parijs te halen, maar dat een groot deel van de vooruitgang die we daarmee hebben geboekt, ongedaan gemaakt is door de groei van onze consumptie. Dat is het patroon van de afgelopen dertig jaar. Als we dat blijven vasthouden, verandert er niks. Groene groei is dweilen met de kraan open.’
`Gelukkig groeit de bewustwording rondom onze levensstijl elke dag, maar we zijn er nog niet. De vraag `wat kan ik persoonlijk bijdragen aan de oplossing van zo’n groot probleem?’, kan verlammend werken. Als je nu je gedrag probeert te veranderen, bijvoorbeeld door ’s ochtends korter te douchen, dan heb je het gevoel dat je er alleen voor staat. Ik voorspel dat er over vijf jaar een beleid is in heel veel landen, en hopelijk ook in Nederland, dat ons een steuntje in de rug geeft. Dat de overheid zegt: we vinden het heel erg belangrijk dat je minder lang doucht en we gaan je daarbij helpen. Je zult zien dat jouw onzichtbare impact een bijdrage levert aan het grotere geheel en op die manier toch zichtbaar wordt.’
Een heel kleine stap wordt een heel grote als je het vanuit het geloof bekijkt
`Mijn ideale wereld heeft een economie waarin de relatie tussen producent en consument hersteld is, want die is momenteel volledig verbroken. Het ideaal is dat we in elke economische transactie omzien naar anderen. En ik denk dat het ook in alle opzichten haalbaar is. Het is mogelijk om voor elk product allerlei eisen te stellen op het gebied van arbeidsomstandigheden, de lonen die zijn uitbetaald en de milieuomstandigheden waarin dat product tot stand gekomen is. Eigenlijk zijn er slechts twee dingen nodig: de steun van de Nederlandse bevolking en politieke daadkracht om het in te voeren. Maar verder is het volledig realistisch wat ik schets.’
`In een van de brieven van Paulus staat de zinsnede `op hoop tegen hoop’. Dat betekent zoiets als `hopen op iets wat menselijkerwijs gezien niet kan’. En dat helpt mij om vol te houden. In de geestelijke wereld gelden er andere wetten, daar bestaan geen kleine stappen. Een heel kleine stap is een heel grote stap als je het vanuit het geloof bekijkt. Ik denk dat wij als christenen soms te veel op de manier van de wereld zijn gaan denken, zo van: wij moeten impact maken en wij moeten ook gaan meten wat onze impact is. Ik snap dat natuurlijk, en ik ben er ook niet op tegen. Maar meetbare impact is niet het hele verhaal. Er zit ook een onmetelijke impact in heel kleine handelingen. Dat is de inspiratie die het geloof mij biedt.’