Wat doe je als je eigen zoon wordt buitengesloten vanwege zijn handicap? Het zette Lucia Mambure uit Zimbabwe aan tot actie. In korte tijd startte ze een organisatie op die steun biedt aan moeders van kinderen met een handicap. ‘We zijn met een grote groep en dat maakt onze boodschap krachtig.’
Uitgesloten door de mensen in jouw omgeving. Lucia Mambure uit Zimbabwe heeft het aan den lijve ondervonden. Niet alleen via haar zoon Tapona die een handicap heeft. In haar jeugd waren er vele momenten dat ze er niet bij hoorde, en dat ze zelfs regelmatig werd gepest.
Lucia: ‘Ik ben geboren voordat Zimbabwe onafhankelijk werd. Ik groeide op in Katholiek gezin in de Midlands, een provincie in het hart van het land. Mijn vader werkte bij de politie en dat betekende dat we om de vijf jaar verhuisden naar een andere locatie waar hij gestationeerd werd. Door het verhuizen moest ik afscheid nemen van mijn vrienden, en op de nieuwe plek weer nieuwe vrienden maken. Maar het was lastig om als nieuwkomer me aan te sluiten bij leeftijdsgenoten die elkaar al jaren kenden. Ik was jong, maar mijn lichaam ontwikkelde zich snel en daarmee onderscheidde ik mezelf van de anderen. Het maakte mij een makkelijk slachtoffer voor pestgedrag. Ik heb bijvoorbeeld pas op latere leeftijd leren zwemmen en daar maakten de anderen misbruik van. Ze zeiden bijvoorbeeld dat als ik ging duiken, dat ik dat moest doen zodat ik met een platte buik op het water landde. De klap deed enorm veel pijn en anderen lachten daar hard om. Gedurende mijn schoolperiode was mijn schooluniform regelmatig kapot omdat ik me vooral verdedigde door te vechten.’
Ik was een makkelijk slachtoffer voor pestgedrag
‘Van huis waren we Katholiek, en mijn moeder was daar altijd heel serieus in. Ze zorgde ervoor dat gedoopt werden, dat we onze commune deden, en alle andere dingen die zo belangrijk voor de kerk waren. Mijn vader was meer in naam Katholiek. Van het geloof begreep ik niet zoveel, en ik gaf er ook niet zoveel om. Dat veranderde toen ik werd uitgenodigd voor een gebedsbijeenkomst op school. Terwijl ik in een kring stond waarin de mensen baden, kreeg ik een visioen waarin ik werd geconfronteerd met mijn levensstijl en de oproep om me te bekeren. Ik herinner me nog dat toen ik huilend uit die visioen kwam zag ik dat de anderen om mij heen stonden en voor mij baden. Moe ben ik die avond naar bed gegaan. Toen ik de volgende dag wakker werd, was mijn eerste gedachte: ik wil naar de kerk. De dichtstbijzijnde was de Dutch Reformed Church, en omdat in hun prediking meer accent lag op verlossing heb ik me daar aangesloten. Ik was hongerig naar Gods Woord en volgde vele Bijbelstudie bijeenkomsten.’
‘Veel leeftijdsgenoten waren verbaasd. Ze dachten: wat is er gebeurd met de Lucia die altijd maar aan het vechten was en naar disco’s ging? Maar juist door die verandering raakte sommigen ook geïnteresseerd in mijn verhaal. Mensen kwamen tot geloof, een geweldige zegen en bemoediging was dat voor mij.’
Door elke individu heen laat God Zijn grootheid zien
Lucia trouwde met Davis en samen kregen ze vier kinderen. Tapona, hun oudste zoon, heeft een handicap als gevolg van een hersenverlamming. En opnieuw kreeg Lucia te maken met uitsluiting, want in Zimbabwe horen kinderen met een handicap er eigenlijk niet bij.
‘In Zimbabwe zijn veel mensen ervan overtuigd dat iemand met een handicap ziek of vervloekt is, of zelfs bezeten is door boze geesten. Hun moeder had een zonde begaan, of werd als heks gezien. Gebed om genezing of bevrijding is de enige uitweg. En wanneer jij of je kind niet geneest, werd je als ongelovig gezien. Heel eerlijk: zo dacht ik er zelf ook over, want met die mentaliteit ben ik opgegroeid. Veel vrouwen die een gehandicapt kind hebben gehad, worden in de steek gelaten door hun echtgenoot. De man wil dan niet meer bij de vrouw blijven, uit schaamte voor het gehandicapte kind. Deze mannen hertrouwen dan met iemand anders. Sommige vrouwen proberen de keuze van hun man zelfs voor te zijn door hun zoon of dochter af te staan. Meestal zijn dat hun opa of oma, terwijl de moeder elders haar leven opnieuw probeert op te bouwen. In Zimbabwe worden kinderen met een handicap regelmatig opgevoed door hun grootouders óf door alleenstaande moeders. Vaak zonder enige ondersteuning; ze worden volledig aan hun lot overgelaten.’
‘Ja, toen hij geboren werd veranderde dat. Het was eigenlijk vooral door Bijbelstudie. Het gedeelte in Johannes 9, waarin het gaat om de genezing van de blindgeborene, was voor mij een eyeopener. De discipelen vroegen aan Jezus: `Wie heeft er gezondigd: De blindgeborene of zijn ouders?’ En Jezus antwoord vervolgens met dat de blindheid geen gevolg is van de zonde maar ‘opdat de werken van God in de blinde man geopenbaard zouden worden.’ Voor mij was dat echt een kentering in mijn denken en kijken. Iedereen is uniek, zelfs eeneiige tweelingen hebben afzonderlijk van elkaar unieke eigenschappen, en door elke individu heen laat God Zijn grootheid zien. En ik zie Tapona daarom ook als iemand die God ons in Zijn genade heeft geschonken om ons te delen in Zijn glorie.’
Mijn zoon werd uitgelachen, en hij lachte mee omdat hij het niet begreep
Lucia en haar gezin verhuisde in 2017 naar de hoofdstad Harare, en daar ging zij op zoek naar passend onderwijs voor Tapona. Maar die zoektocht kwam al snel tot een einde. Vanwege de grote economische crisis bood de overheid nauwelijks steun aan gehandicapte kinderen. Er was geen enkele subsidie voor speciaal onderwijs en passende gezondheidszorg was niet beschikbaar. Lucia vond dat daarin iets moest veranderen.
‘Ik ben in 2008 gestart met een eigen organisatie. Het begon heel kleinschalig en ik ging eerst op zoek naar andere moeders in Harare die ook een kind met een handicap hebben. Gezamenlijk zijn we ons gaan inzetten voor betere en passendere voorzieningen. We begonnen met een klein groepje te lobbyen bij de lokale overheid en bij kerken. Dat doen we eigenlijk nu nog steeds, omdat we nog niet bereikt wat we zouden willen. Maar het verschil met toen en nu is dat we op dit moment met een veel grotere groep zijn en dat maakt onze boodschap krachtig. Vanuit de organisatie zijn we gestart met verschillende steungroepen. In een setting van 5 tot 15 moeders praten we met elkaar over de uitdagingen waar we mee te maken hebben. Ook wisselen we tips uit met betrekking tot de opvoeding van onze kinderen, maar ook maatschappelijke acceptatie van hen. Op die manier helpen we elkaar op de momenten dat er geen hulp van buitenaf is. Door het hele land zijn er inmiddels zo’n 30 steungroepen actief. Daarnaast proberen we te werken aan een verandering van denken over mensen met een handicap binnen de samenleving, juist vanuit de benadering vanuit het geloof.’
‘We beginnen altijd bij de Bijbel. De boodschap die we brengen komt dus niet van onszelf, maar uit het Woord van God. Hiermee is ons uitgangspunt gelijk aan die van de mensen hier, want het merendeel van de Zimbabwanen noemt zich christen. Daarnaast delen we onze ervaringen met anderen.
Mijn man Davis is voorganger en hij weet hoe belangrijk het is om te bouwen aan langlopende relaties. Volgens hem kun je alleen verandering brengen als er een vertrouwensband is en dat proberen we te bereiken door ons persoonlijke verhaal openlijk te delen. Ook over de uitdagingen waar we als gezin mee te maken hebben. Het leven van Tapona, en daarom ook ons leven, is echt niet altijd makkelijk.’
Ik was de eerste vrouw in mijn familie die ging studeren
'Tapona is een echte doorbijter. Al toen hij 4 jaar oud was, was hij een fanatiekeling. We wisten dat hij meer moeite zou hebben met lopen, maar hij deed er alles aan om zelfstandig zijn stappen te zetten. Hij liet zich niet zomaar uit het veld slaan, ondanks dat mensen hem uitlachten. Hij begrijpt dat mensen dat doen, en daarom begint hij met hen mee te lachen. Dat doet hij nog steeds, en dat vind ik heel moeilijk om te zien.
Inmiddels is Tapona een twintiger en de vastberadenheid die hij als kind had, zie ik nog steeds. Het heeft zijn karakter gevormd. Hij laat zich nooit ontmoedigen door wat mensen over hem zeggen. Hij is doelgericht en probeert, wanneer dat kan, de dingen zelfstandig te doen.’
Tearfund ondersteunt het werk van Lucia via het Inspired Individuals-programma. We helpen mensen die in hun omgeving onrecht en armoede aanpakken door middel van coaching en onderwijs zodat zij hun missie zo effectief mogelijk kunnen uitvoeren.
‘Als kind droomde ik al op de basisschool dat ik naar de universiteit zou gaan. Veel meisjes in Zimbabwe trouwen jong, soms ook als minderjarige. Ik wist al heel jong dat ik dat niet wilde. Het feit dat me dat lukte om als eerste vrouw in mijn familie ging studeren, maakte dat ik me op positieve manier onderscheidde. Maar ook als ik kijk naar wat er dankzij mijn organisatie is bereikt, dan is dat groots. Veel zorgdragers verbergen hun kind met een handicap niet meer voor anderen. Ik zie de impact zie op de levens van zowel de moeders als de kinderen. Eigenlijk zit het ‘m niet in de aantallen. Al zou ik ‘maar’ twee of drie mensen bereiken, dan nog denk ik dat ik inderdaad een inspiratiebron ben.’
‘God houdt van ons allemaal, ongeacht hoe we eruitzien, wat we wel of niet hebben. In alle diversiteit zijn wij geschapen naar Zijn beeld. Als we leren naar de ander te kijken vanuit die wetenschap, dan zal dat leiden tot een respectvolle relaties met elkaar. Etniciteit, sociale status, lichaamsomvang, handicap of wat al niet meer, zorgt niet langer voor stigma’s of uitsluiting. Dan is er geen ruimte voor pestgedrag, discriminatie, onrecht of vooroordelen. Omdat we naar Gods beeld gemaakt zijn hebben we waarde. Het stelt ons in staat om in harmonie samen te leven en een schouder voor elkaar te zijn waar we op kunnen te leunen.’