Petra de Nooy werkt al heel wat jaren in Den Haag als pionier en dominee vanuit de PKN. Ze staat daar met twee voeten in de rauwe Haagse werkelijkheid. ’Er zijn geen makkelijke oplossingen. Het is vooral meters maken, investeren, relaties bouwen en genieten van de weg.’
Het was de Anglicaanse theoloog en nieuwtestamenticus Tom Wright die Petra hielp bij doordenking van Integral Mission. ‘Wright benadrukt dat God, God is van de hele wereld. Jezus kwam niet alleen maar om – plat gezegd - zielen te redden voor de hemel, maar om de hele schepping te vernieuwen. Vanuit deze theologie ontdek je dat kerk-zijn over het hele leven en de hele wereld gaat.’
‘Ook ben ik erg geïnspireerd door Psalm 24: de aarde is van God. Dus alles wat je ziet en iedereen die je ontmoet, de aardige en minder aardige mensen, laten iets zien van God. Ook al moet je soms hard zoeken. In ons westerse denken is ons leven vaak opgedeeld in compartimenten. Je hebt een stukje werk, een stukje sport, een stukje gezin, een stukje geloof. Maar geloof raakt al je identiteiten; alles wat je bent en wat je doet.’
Woord en daad kunnen niet zonder elkaar.
‘Tegenwoordig werk ik voor een netwerk van kerken in Den Haag waaronder veel internationale en migrantenkerken. Maar ik ben begonnen in Laak, een wijk met sociale uitdagingen. Hier heb ik zes jaar gewerkt als dominee op een pioniersplek. Toen ik destijds begon, stelde ik mezelf de vraag: Wat is de kerk? Wat is haar rol? Er is niets vanzelfsprekend en kerkelijke taal zegt hier heel weinig. Je kunt spiritualiteit niet beperken tot het geestelijke, zoals vieringen en bijbelstudie.’
‘Woord en daad kunnen niet zonder elkaar. Onze Bijbel-Date kon niet zonder een voedselbankactie, of een middag koken met kinderen van allerlei culturen. Natuurlijk blijf je ook de woorden van Jezus steeds herhalen, en vertellen over de liefde van God die overweldigend is. Maar die rijke begrippen moet je steeds weer vertalen naar dit leven: wie ben jij als mens? Hoe ga je om met conflicten? De kern is voor mij Johannes 14:16 dat werkt als een drietrapsraket: De Vader heeft de Zoon liefgehad, de Zoon heeft de discipelen liefgehad en wij krijgen opdracht: ga uit, kijk om je heen en heb elkaar lief.’
Ik denk dat het deel is van kerk-zijn dat je ook bij die wonden en pijn durft te komen.
‘Het is alweer zo’n vijf jaar geleden, maar ik herinner me vooral de kracht van de gemeenschappen en de liefde van de kerk. Liefde die zichtbaar werd doordat ze heel concreet betrokken was bij de kracht van én de problemen in de gemeenschap. Zo hingen er allerlei inventarisatielijsten, met daarop: Wat gaat er goed? Wat gaat mis? Hoe zit het met eten en scholing van de kinderen? Hier sprak zoveel liefde voor de gemeenschap uit.’
‘Ik denk dat wij als kerken soms de neiging kunnen hebben om - als het moeilijk is - ons wat af te zonderen. En dan maar de focus te leggen op de Bijbelse toekomstbeloftes. Maar deze kerken in Oeganda keken naar wat er nú mis was. Ze durfden in de buurt te komen van de pijn. En pijn was er. Zo hoorden we de verhalen over een hele generatie kinderen die geronseld was om kindsoldaat te worden. Ik denk dat het deel is van kerk-zijn dat je ook bij die wonden en pijn durft te komen. Niet perse om het op te lossen, maar om er bij te zijn. Niet weg te kijken.’
Er is zoveel culturele verscheidenheid en theologische rijkdom
‘In zekere zin was dit denken niet nieuw voor mij. Ook als pionier in Laak waren we al heel maatschappelijk betrokken. Maar toch confronteerde het mij met mijn Nederlandse mindset. Daar was de kerk echt partner in de gemeenschap. Bovendien zag ik hoeveel kracht en committent er was. Hun uitgangspunt was ook: wat hebben we allemaal al in huis? Welke bronnen hebben wij tot onze beschikking? Het is een prachtige en krachtige manier van kerk-zijn.’
‘Het uitgangspunt is dat we als Haagse kerken willen leren van elkaar door casussen met elkaar te delen. We zeggen weleens: Als God naar de stad Den Haag kijkt, dan ziet Hij maar één koninkrijk, Zijn koninkrijk. Door dit ‘koninkrijks-denken’ zijn we geen concurrenten van elkaar, en zijn we allemaal dragers van die zending van God. Er is zoveel culturele verscheidenheid en theologische rijkdom. We willen dat vooral zien als bron en kracht.’
‘Dat is overigens niet makkelijk. Als kerken spreken we soms echt een andere taal. Maar als je echt stilstaat bij het feit dat we deel zijn van hetzelfde Koninkrijk en Lichaam, dan is dat mindblowing. Daar begint het. Het bouwen van relaties vanuit de wetenschap dat we allemaal Christus volgen, en in de familie van God zitten.’