Wat doe je als je gevraagd wordt om mee te doen met The Climb? Annet Speelberg bedacht zich geen moment: overal trommelde zij klimmers vandaan. Neefjes en nichtjes, de jongeren uit de kerk én haar eigen gezin. In dit laatste team zit pleegzoon Hani. Een veertienjarige jongen met een bijzondere motivatie. Annet en Hani samen in gesprek.
Hani: 'Annet zorgt goed voor mij en is liefdevol. Ze is als een moeder voor me.' Annet (glimlachend): 'Dat is een mooie getuigenis.' H: 'Ik ben eind groep zeven in dit gezin gekomen. Daarna heb ik geprobeerd om thuis te wonen, maar door omstandigheden is mijn pleeggezin sinds een paar weken weer mijn thuis. We doen graag samen spelletjes, we fietsen en kijken televisie. Of Annet sportief is? Ja, zij heeft altijd energie. Ze fietst veel, ze houdt van de natuur en vanmorgen heeft ze nog gezwommen. Daarom is ze erg gezond. Ik weet eigenlijk niet hoe oud je bent...'
A (lachend): 'Ik ben 64 jaar, maar daar mag je natuurlijk niet naar vragen. Hani is een fijne vent die ons in de schoot is geworpen. Hij stond een paar jaar geleden met Jeugdzorg aan de deur en het was liefde op het eerste gezicht. We maakten kennis en na een uurtje zei hij: ‘Ik vind je leuk!’ Nou, wij vonden hem ook leuk. Hij is zelfstandig, heeft veel motivatie en maakt graag grapjes. We maken samen huiswerk en na het eten lezen we een stukje uit de Bijbel. Daarna volgen er enorm veel vragen van hem. Hij wil alles weten. En ja, Hani is zeker sportief. Hij voetbalt graag en samen met mijn man Moses Alagbe doet hij ’s morgens ochtendgymnastiek in de woonkamer.'
We hadden tekort aan eten, de elektriciteit viel steeds uit en we verveelden ons enorm.
A: 'We zijn door Tearfund gevraagd om mee te doen met The Climb. Ik dacht direct: dan zetten we meerdere teams op. Je moet al het potentieel benutten! Onze neefjes, en nog wat extra enthousiaste aanhang, doen mee met het voetbalteam en die gaan het Fletcherhotel in Amsterdam beklimmen. Ook de jeugdgroep van de kerk doet mee en deze jongeren gaan een flat in de Bijlmer beklimmen. Maar ik kan hen natuurlijk niet aanmoedigen zonder zelf mee te doen. Daarom gaan we ook met ons gezin klimmen en klim ik in alle teams mee.' H (lachend): 'Het was dan ook geen vraag, ik moest meedoen.' A: 'Nee, ik heb het zeker gevraagd. Uiteraard mag je het zelf weten, vanwege je achtergrond leek het mij mooi als je mee zou doen.'
H: 'De opbrengst gaat naar oorlogsvluchtelingen in Zuid-Soedan. Veel van hen keren terug naar hun dorp, maar het leven is er nog erg zwaar. Ik ben in zo’n vluchtelingenkamp geboren. Mijn ouders vluchtten uit Eritrea en kwamen in Soedan in een kamp terecht. De eerste zeven jaar van mijn leven groeide ik er op. Uiteindelijk zijn we in Nederland terechtgekomen. Toen ik hoorde dat The Climb voor deze mensen is, wist ik zeker dat ik mee wilde doen. Ik weet hoe het leven in zo’n kamp is. We hadden tekort aan eten, de elektriciteit viel steeds uit en we verveelden ons enorm. Omdat er veel kinderlokkers waren, mochten we van mijn ouders nergens heen en zaten we 24 uur per dag binnen.'
Door mee te doen kan ik mijn geboorteland een klein beetje helpen.
A: 'Je ouders zullen veel angst hebben gehad dat een kind zomaar kon verdwijnen. Een heftig bestaan en dus een mooie reden om mee te doen. Daarom besloot ik dat wij met onze pleegkinderen in Edam de kerktoren gaan beklimmen.' H: 'Nu zijn we druk bezig met geld inzamelen. Ik heb het op social media gepost en sommige vrienden een appje gestuurd.' A: 'Ik heb het ook aan zijn leraar gestuurd en zijn klasgenoten willen hem ook steunen. Verder heb ik iedereen die ik ken via WhatsApp benaderd. Of ik het moeilijk vind om geld te vragen? Nee hoor, helemaal niet! Wij hebben zoveel en zij zo weinig. Je geboorteplaats heeft een enorme impact op de rest van je leven. Dat zouden wij Nederlanders ons meer moeten beseffen. In Nederland heb je zoveel meer kansen. Ik heb bij de politie gewerkt en daarna ontwikkelingswerk gedaan. Hierdoor heb ik veel kinderen onder vreselijke omstandigheden ter wereld zien komen. Wij maken ons druk om een keuken die vervangen moet worden, terwijl die nog tien jaar meekan. In Zuid-Soedan hebben ze geen geld om hun kind naar school te sturen. Je krijgt die mentaliteit als je zelf in een ontwikkelingsland bent geweest. Ik kan die bril niet meer afzetten.'
H: 'Ik begrijp wat je bedoelt. Ik heb dat gevoel ook. Soms zie je op internet zulke onnodige situaties. Bijvoorbeeld dat mensen met eten spelen. Dan word ik boos. Eten moet je niet verspillen. Waarom zou je dat doen? Help andere mensen die geen geld hebben én speel niet met je eten. Door mee te doen met The Climb kan ik mijn geboorteland een klein beetje helpen. Ik ben nu natuurlijk nog jong, maar ooit hoop ik meer geld te doneren aan arme landen.' A (trots): 'Hij is heel sociaal én nog een kind. Ik wil niet dat hij zich al het leed aantrekt.'
A: 'We gaan twee keer die kerktoren beklimmen.' H: “Twee keer? Oh, dat wist ik niet. Dat geeft niet, dat doen we gewoon. Ik vind het vooral leuk dat we dit met elkaar doen. Waarschijnlijk wordt het een wedstrijdje met mijn pleegbroer en –zus.' A: 'Of ik nog iets ter aanmoediging tegen je wil zeggen? Nou, ik hoef jou niet aan te moedigen want je gaat als een speer naar boven. Jij wilt winnen. Moses heeft last van zijn knie, dat is voor jou een kans jongeman!' H: 'Het was leuker geweest als hij geen blessure had gehad, want dan was het een spannendere wedstrijd. Annet, ik weet honderd procent zeker dat jij het ook gaat halen. Je bent veel jonger dan anderen van 64 jaar. Je zit vol energie, veel succes!'
Tekst: Hilde Kooij-Tromp
Annet Speelberg is getrouwd met Moses Alagbe, ambassadeur van Tearfund. Samen hebben ze twee volwassen kinderen, die op zichzelf wonen. Daarnaast vangen ze drie pleegkinderen bij hun thuis op. Een tweeling van 19 jaar en Hani (14). Met haar zoon Joshua deed Annet in 2020 mee met het televisieprogramma Hunted. Vind hier alle informatie over The Climb.