‘Het is echt mijn passie om te werken aan sociale gerechtigheid in de gemeenschap. Met name als het gaat over de rechten van vrouwen, kinderen en slachtoffers van mensenhandel’, vertelt Binsa. Ze woont in een land waar mensenhandel en uitbuiting een groot probleem zijn en zet zich met haar organisatie in voor slachtoffers en kwetsbare mensen die het risico lopen slachtoffer te worden.
Binsa studeert eind jaren negentig in de Verenigde Staten. Haar toekomst ziet er veelbelovend uit: ze wordt opgeleid tot dokter. Toch is dit ook de periode waarin haar leven 180 graden draait. ‘Tijdens mijn studie kreeg ik de kans om een maand naar Kenia te gaan. Daar bezocht ik verschillende projecten gericht op vrouwen in sloppenwijken. Ik zag hoe ze zelf een kleine onderneming hadden opgezet waar ze bijvoorbeeld handgemaakte manden verkochten. Het was zo inspirerend om te zien hoe succesvol ze waren, ondanks de slechte situatie in de sloppenwijk.'
In diezelfde periode hoort Binsa ook voor het eerst over mensenhandel. ‘Voorheen dacht ik dat dokter worden de enige optie was voor mij. Maar in Kenia kreeg ik een droom. Ik droomde dat als ik thuis terug zou zijn, ik vrouwen en kinderen in kwetsbare situaties kon helpen.’
Als Binsa in 2004 terug verhuist naar haar geboorteland, wil ze iets doen met die droom. Ze ziet alleen niet direct wat haar rol kan zijn. ‘Ik dacht dat mensenhandel wel opgelost zou worden door grote organisaties en NGO’s die hier werken. Maar mensenhandel komt steeds vaker voor. In mijn land is het moeilijk om een goede baan te vinden, en daarom zoeken veel vrouwen werk in het buitenland. Door beperkte kennis zijn ze kwetsbaar en een makkelijk slachtoffer voor mensenhandelaren. Ze werken hard, maar krijgen soms niets betaald. Ze realiseren zich niet dat ze het bezit zijn van hun werkgever.’
Ze realiseren zich niet dat ze het bezit zijn van hun werkgever
Als Binsa ziet hoe groot de problemen zijn en hoe weinig er gedaan wordt, komt ze zelf in actie. In 2006 richt ze een café op waar kwetsbare vrouwen werkervaring kunnen opdoen. Ze hoort over hoeveel jonge vrouwen slachtoffer zijn van uitbuiting in binnen- en buitenland en wil al snel meer doen. Ze benadert slachtoffers actief en biedt en werk en training aan. Daarnaast mogen slachtoffers twee jaar in een veilig opvanghuis wonen om onderwijs te kunnen volgen en hun leven weer op te bouwen.
Op dit moment werken er 35 mensen - vooral vrouwen - in de bakkerij, het café en de handwerkplaats die Binsa runt vanuit haar sociale onderneming. Binsa: ‘Door bewustwording, therapie, training en het helpen opzetten van een eigen onderneming, kunnen we deze vrouwen helpen én mensenhandel voorkomen.’ Naast werkzaamheden op het gebied van preventie, rehabilitatie en re-integratie, verhoogt Binsa met haar onderneming het bewustzijn over gerechtigheid, mensenhandel, misbruik en uitbuiting binnen de gemeenschap. Ook stelt ze (studie)beurzen beschikbaar voor kinderen die opgroeien in kwetsbare situaties, waardoor zij de kans krijgen om naar school te gaan.
Uitbuiting en mensenhandel komen niet alleen voor in de prostitutie, maar ook in grote fabrieken, vertelt Binsa. 'Snel geld verdienen is voor veel mensen aantrekkelijk. Mensen in landen die te maken hebben met extreme armoede hebben vaak gebrek aan scholing en handelaren maken daardoor makkelijker misbruik van hen. Slachtoffers hebben zelf vaak niet door dat ze slachtoffer zijn.’
‘In onze opvanghuizen verblijven vrouwen die verkocht zijn geweest. We voorzien hen onder meer in therapie en psychosociale zorg om hen te helpen genezen. Veel producten die we vanuit de handwerkplaats, het café en de bakkerij verkopen worden gemaakt door deze vrouwen. Bij alles wat we verkopen en waarin we training geven, kijken we naar de vraag vanuit de markt.’
‘Zo gaven we een groep vrouwen ooit een workshop zeep maken geven. Toen we een halfjaar later terugkwamen, konden zeven vrouwen voorzien in hun eigen levensonderhoud door zelfgemaakte zeep te verkopen. Eén vrouw vertelde dat ze eindelijk weer zelfverzekerd genoeg was om onafhankelijk te zijn. Door haar nieuwe inkomen verdient ze genoeg om te voorzien in de behoefden van zichzelf en haar dochter. We zijn zo trots dat vrouwen na verloop van tijd sterk genoeg zijn om hun leven weer zelfstandig voort te zetten. Dat geeft betekenis aan wat we doen.’