In een 4-delige serie laten we je kennis maken met het gedachtegoed, het DNA van Tearfund. Waarom werkt Tearfund op de manier zoals ze dat doet? Welke uitgangspunten zijn daarbij belangrijk? Deze week deel 3: Wat kunnen Nederlandse kerken leren van de kerk in het Zuiden?
We praten hierover door met Tearfund-ambassadeur Jurjen ten Brinke. Sinds 2006 is hij actief als kerkplanter in Amsterdam-Noord, waar hij oprichter is van de multiculturele gemeente Hoop voor Noord. Daarnaast presenteert hij onder meer het EO-programma Nederland Zingt Dichtbij en is hij ambassadeur migrantenkerken binnen de EO. Jurjen: ‘Ik ben vooral betrokken bij initiatieven van Tearfund die zich richten op voorgangers in Nederland, waarbij de hamvraag is: Wat kunnen we leren van de kerken in het Zuiden?’
Doen we nou aan zending of aan evangelisatie?
Zoals we in de vorige afleveringen lazen, zet Tearfund zich in om armoede en onrecht te bestrijden, waarbij de sleutel ligt in het herstel van gebroken relaties tussen mens en God, de mens en zichzelf, mensen onderling en de mens en de schepping. Het Koninkrijk van God raakt aan alle dimensies van ons mens-zijn, alle domeinen van het leven en alle relaties waarin de mens staat. Als je op die manier naar de wereld kijkt, valt het onderscheid tussen missie en diaconaat, seculier en sacraal, of ontwikkelde en ontwikkelingslanden weg.
Toch komt dualistisch denken nog erg veel voor in de kerk, herkent ook Jurjen. ‘Nog niet zo lang geleden was ik te gast in een kerk om te spreken op een avond over het thema: ‘Getuigen als levensstijl’. Er ontstond verwarring omdat ik door iemand was uitgenodigd van de zendingscommissie en ze vonden het later toch beter passen bij de evangelisatiecommissie. En dan was er ook nog een evangelisatieouderling met wie ik moest afstemmen…. Dit was voor mij de perfecte anekdote om de avond mee te openen en te laten zien waar het vaak misgaat als we willen uitreiken naar de omgeving. Het punt is: evangelisatie is geen activiteit, maar een manier van leven.’
Het is opvallend dat de kerk in het Zuiden minder met dit probleem te maken heeft. We kunnen dan ook veel van hen leren, vertelt Jurjen. ‘De scheiding tussen diaconaat en missionair zie ik vooral in westerse kerken. In Oeganda, waar ik was met een voorgangersreis voor Tearfund, wordt voortdurend ingestoken op Church & Community: kerk en samenleving. De kerk is daar de katalysator van verandering in de omgeving, en dat staat los van ‘zielenheil’ of geestelijke processen. De visie is: het koninkrijk wordt zichtbaar in wat we aan het doen zijn. De rol van de kerk is daar veelomvattend. Ik denk dat dit een zegen is, sterker nog: ik denk dat wij dit kunnen leren van de kerken in het zuidelijk halfrond, waar praktische hulp een veel natuurlijker aspect is van het kerk-zijn.’
Zoek de vrede voor de stad en zet je in voor haar bloei, want dat is ook jullie bloei.
Het is precies deze alomvattende rol van de kerk die Tearfund ook graag in Nederlandse kerken terugziet. Die missie, om Nederlandse kerken te helpen relevant te zijn voor hun omgeving, vertaalt Tearfund in programma’s als Umoja en deelgemeente.
De gemeente waar Jurjen bij betrokken is, zoekt naar manieren om relevant en dienend te zijn voor de omgeving. ‘Een tekst uit Jeremia 29 is voor ons maatgevend, waar staat: ‘Zoek de vrede voor de stad en zet je in voor haar bloei, want dat is ook jullie bloei.’ De samenleving is ermee gediend als christenen hun licht zoveel mogelijk verspreiden op plekken waar ze leven, waar ze zijn. Of dat nu de voetbal is, of het wijkbeheer is, of de scouting of de muziekvereniging, dat maakt niet uit. En als het gaat om het Koninkrijk van God, dan is dat voor ons niet ‘de kerk’. Met het Koninkrijk van God bedoelen we dat God koning is over deze hele wereld. Het Koninkrijk is zichtbaar, maar ook nog heel vaak niet. Maar dat wat er zichtbaar is, willen we graag voor het voetlicht brengen. De kerk is daar - als het goed is - de motor, de voorloper in. Zodat mensen blij zijn met de kerk in de buurt, ook al komen ze er niet.’
Toch heeft de Nederlandse kerk als gevolg van cultuur en geschiedenis vaak moeite met een holistische blik op haar rol en missie. Ook Jurjen worstelde er als westers gevormd theoloog mee. ‘Ik heb zelf lang zitten hannesen met het evenwicht tussen ‘woord’ en ‘daad’. Ik ben evangelist, man van het woord. Ik heb het over Jezus. Je hebt ook christenen, vooral in wat liberalere kerken, die zeggen: ‘Doe gewoon goed.’ Maar daar voel ik me ook niet helemaal senang mee. Want de scouting en de voetbalvereniging doen ook goed. We hebben als kerk volgens mij wel iets meer, dan alleen ‘doe gewoon goed’. Hoe zit dat?
Als je in de regen loopt, dan word je nat. Als je met een christen samenwerkt, dan word je beïnvloed.
In Oeganda kreeg ik het antwoord op deze prangende vraag. We hadden kerkjes bezocht die zich inzetten voor het verbeteren van landbouw en gezondheidszorg en overal stelde ik die vraag: ‘Waarom doen jullie dit als kerk?’ De laatste avond sprak ik met de bisschop (van de Pentecostal Assemblies of God) en vroeg hem ook nog een keer: ‘Als jullie hier in de dorpjes een landbouwproject doen, een ziekenhuis aanleggen, soms in samenwerking met de moskee of met de lokale overheid, wat is dan jullie agenda? En toen zei hij: ‘Jurjen, als je in de regen loopt, dan word je nat. Als je met een christen samenwerkt, dan word je beïnvloed.' Het was zo idioot simpel, dat ik er bijna boos van werd. Maar het kwartje viel. Op mijn vraag: ‘Wat is je diepste doel van alles?’ antwoordde hij - en ik zal het nooit vergeten- ‘To discipel the whole nation!’ Dat zou je ook kunnen vertalen als: het Koninkrijk van God zichtbaar maken. Wat mij betreft heeft dat een diepere lading dan ‘ik moet gewoon goede dingen doen’.’
Die holistische blik daagt je ook uit om anders naar ontwikkelingswerk te kijken. De westerse mens denkt vaak in ‘projecten’. Zo herkent ook Jurjen. ‘Tijdens een voorgangersreis naar Oeganda, vroeg een van de Nederlandse deelnemers iets over ‘het project’. Hij werd gecorrigeerd door de bisschop, die zei: ‘Wij werken niet met projecten, maar met processen. Het gaat om een andere manier van leven.’ Dus wat ik met onze gemeente in Amsterdam-Noord heel graag wil, is dat mensen niet ‘hun ding’ komen doen, een project komen draaien, maar leven. Werkelijk voelen wat mensen doormaken die in deze wijk leven. Ik wil heel graag dat we uit de ‘help- en projectmodus’ komen en dat we in een andere modus komen, die van dienen. We doen niet iets om een ander te helpen, maar om een ander te dienen. Dat betekent dat we de ander tot bloei willen brengen. De gelijkwaardigheid neemt dan toe. Dat spreekt me bij Tearfund ook zo aan: wij helpen mensen ZELF op te staan uit armoede en onrecht. Dat zelf is cruciaal.’
Rechtdoen en het herstellen van relaties gaat ook over de relatie tussen mens en aarde. Volgende keer hebben we het in de serie over het DNA van Tearfund over de vraag waarom inzet voor duurzaamheid volwaardig onderdeel is van onze missie.