Toen zijn oma zijn koffer met kleding verdeelde onder zijn vriendjes, deed het vijf dagen pijn. Daarna miste hij het niet meer. Die diepe les van alles in het leven delen, ademt schrijver en denker Babah Tarawally (49) volledig. “Dat ik jou nu geen hand of knuffel mag geven, is vreselijk voor iemand die in het collectief gelooft.”
Babah: “Ik noem mezelf schrijver, onafhankelijke persactivist, vrije denker. In plaats van de westerse filosofen die gestoeld zijn op het individuele denken, hang ik meer de Afrikaanse Ubuntu-filosofie aan, waarin het collectief centraal staat. ‘Ik ben, omdat wij zijn’.”
Babah: “Daar ben ik als kind mee opgevoed. Ik ben geboren in Sierra Leone. Omdat mijn moeder veel kinderen had, ging ik als jong jochie bij mijn oma wonen. Zij leerde mij om goed te doen zonder iets terug te verwachten. Ik kwam bij mijn oma aan met een koffer vol kleren, die mijn vader voor mij had gekocht. Terwijl ik op school zat, verdeelde oma mijn kleren onder mijn vriendjes. Toen ik erachter kwam dat mijn koffer leeg was, moest ik huilen. Maar mijn oma zei: ‘Jij hebt te veel en andere kinderen hebben niets, dus je moet gewoon delen’.”
Babah: “Waarop zij zei: ‘Je gaat deze kleren niet missen.’ Na vijf dagen miste ik het niet meer. Mijn oma had een paar broeken en shirts voor me overgelaten en daar had ik genoeg aan. Toen ik een tijdje later ging voetballen had mijn beste vriend, die in het andere team zat, geen voetbalschoenen. Ik wel. Hij was linksbenig en ik rechtsbenig, dus gaf ik hem mijn linkerschoen.”
Babah: “Nee. Het probleem was: uiteindelijk won het andere team en had mijn vriend twee keer gescoord, dankzij mijn goede schoen. Mijn team was boos op mij, maar ik had hem gewoon geholpen om zijn sterke kant te laten zien. Achteraf vond ik het heel mooi dat ik dat zo jong al kon doen. Het heeft mij gevormd in het leven.”
Je wil graag opstaan tegen onrecht. Maar onrecht heeft veel gezichten. Hoe meer je inzoomt op onrecht, hoe meer onderbelichte vormen van onrecht je tegenkomt, en hoe meer onrecht met elkaar verbonden lijkt. In deze podcastserie gaat Tearfund-directeur Minella van Bergeijk in gesprek met vooroplopers tegen onrecht. Om een scherper beeld te krijgen van hoe het echt zit en te ontdekken hoe het anders kan. Luister hier de podcast!
Als de coronamaatregelen in Afrika zo streng zouden zijn als hier, zouden mensen doodgaan van de huidhonger
Babah: “Dat ik jou geen hand of knuffel mag geven, is vreselijk voor iemand die in het collectief gelooft. Een vriend van mij las ergens dat we in Nederland huidhonger hebben. Maar eigenlijk hebben we huidtrek; in Afrika hebben ze huidhonger. Als de maatregelen daar zo streng zouden zijn als hier, zouden mensen gewoon doodgaan van de huidhonger.”
Babah: “In januari was ik Sierra Leone. Ze houden zich daar niet aan de anderhalve meter afstand, want dat kunnen ze gewoon niet. Ze dragen hun mondkapje op de kin en schudden elkaar de hand. ‘We gaan allemaal een keer dood, Babah’, zeggen ze dan. In het begin probeerde ik afstand te houden en hield ik strak mijn mondkapje op, maar op een bepaald moment werd ik belachelijk gemaakt, dus ging ik met hen meedoen. Langzamerhand smolt ik in het collectief.”
Babah: “Vijfentwintig jaar geleden moet ik vluchten voor mijn leven, omdat er een burgeroorlog woedde. Mijn vader stuurde mij als soort post, als een offer, zodat ik de wereld kon attenderen op wat er gebeurde in ons land. Er werden dagelijks duizenden mensen vermoord. Mijn vader dacht: als een van ons ontsnapt, is de familielijn veilig. Ik woon nu langer in Nederland dan in Sierra Leone. Ik ben een zebra met twee kleuren geworden. Ik kies steeds voor de kleur die mij het beste uitkomt. In Sierra Leone praat ik harder, lach ik harder, loop ik anders en kan ik drie keer per dag warm eten. Mijn zes zintuigen zijn actief, alles is wakker in mij. Als ik terugkom in Nederland, moet ik krimpen. Ik groet iedereen op straat, maar lang niet iedereen groet terug. In Afrika kun je gerust een uur lang iemand groeten en gewoon alles vragen. Als ik hier een goede vriend op straat tegenkom, heeft hij haast en heb ik ook haast.”
Thuis is daar waar je in de massa kan verdwijnen
Babah: “Thuis is waar je in de massa kan verdwijnen. Dat is voor mij thuis. In Nederland val ik op door mijn huidskleur, door hoe ik ben. Ik word gezien als de exotische, zwarte man. Terwijl ik in Sierra Leone verdwijn in de massa.”
Babah: “Er is een Afrikaans gezegde: als je in een land komt waar mensen op één been lopen, ga dan niet op twee benen lopen. Loop een tijdje op één been, totdat ze jou kennen. Daarna kun je mensen leren om op twee benen te lopen. Ik behoorde tot de eerste groep asielzoekers die werd gestationeerd in Drachten. Stel je voor: in een dorp van 30.000 mensen, liepen ineens 1500 migranten met een kleur. Als wij lopen, lopen we niet alleen, maar in groepjes. Ik kon de angst van de Hollanders begrijpen. Daarom probeerde ik op zoek te gaan naar die ander.”
Babah: “Door contact te maken. Ik ging voetballen bij de Drachten Boys en volleyballen bij de Turfstekers. Elke zondag nam een familie mij mee naar de kerk. Ik ben geboren als moslim, maar ik had een gemeenschap nodig. Hoe meer mensen ik leerde kennen, hoe meer in onderdeel werd van de gemeenschap en hoe makkelijker mijn leven werd.”
Babah: “Weer een Afrikaans gezegde: Als je snel wil gaan, ga dan alleen. Als je ver wil gaan, ga samen. Als je één Afrikaan ziet in Nederland, moet je bedenken dat er 200 mensen achter hem staan. Ik zit hier in mijn eentje, maar ik heb een groep achter mij. Zij zijn onderdeel van mij. Mijn succes is hun succes. De moeder van mijn dochters is Nederlands. Toen ik één cadeau voor mijn twee dochters kocht, waar ze samen mee konden spelen, zei ze: Zo gaat dat hier niet. In het westen moet je eerst dingen toe-eigenen, voordat je het kunt delen. Vroeger sliep ik met een paar broertjes en zusjes op de kamer. Niets was van mij. Ik pakte gewoon de kleding en de tandenborstel die ik tegenkwam.”
Babah: “In Ubuntu bestaat ‘ik’ niet, maar ‘wij’. Daar ging het ook mis in het slavernijverleden. Toen de Westerlingen naar Afrika kwamen, vroegen ze: ‘Van wie is dit land?’ Wij zeiden: van niemand, want het is van ons allemaal. Dus zei de westerling: Oké, dan is het nu van mij. Maar eigenlijk ben je juist een slaaf als je vastzit aan eigendommen.”
Dingen zijn niet je leven. Het gaat om de innerlijke reis die je maakt
“Die eerste vijf dagen was ik bezig met wat ik was kwijtgeraakt. Dat is een moment van reflectie. Je gaat de reis naar binnen maken. En dan besef je: dingen zijn niet je leven. Het gaat om de innerlijke reis die je maakt.”
Babah Tarawally (49) werd geboren in Sierra Leone en vluchtte vanwege de burgeroorlog naar Nederland. Hij is denker, journalist, columnist, onafhankelijk persactivist, fan van de Afrikaanse Ubuntufilosofie en schrijver van onder meer De god met de blauwe ogen en Gevangen in zwart wit denken. Babah heeft twee dochters en woont in Utrecht.