Of ze alles heeft kunnen doen wat ze wilde doen, vragen mensen haar soms. Een fractie, is het antwoord van demissionair minister Carola Schouten. Tearfund-directeur Minella van Bergeijk spreekt haar over de hoge lat, naar binnen leven en rechtdoen. 'In mijn werk denk ik regelmatig: is het wel goed genoeg? Aan de andere kant: als je er niet was, had je zeker niet het verschil kunnen maken.'
Je ziet nu steeds meer om je heen dat mensen het zwaar hebben.
Carola Schouten: ‘We hebben allemaal onze mobiel en weten elke seconde van de dag wat er gaande is. Soms overvalt het me, wat er allemaal de huiskamer binnenkomt. Dan moet ik echt even een stapje terugdoen om te kijken: wat doet er echt toe in het leven? Dat lukte vaak op zondagen, maar sinds de coronacrisis ben ik elke zondag in het Catshuis om over de coronamaatregelen te spreken. Ik probeer daarom de Veertigdagentijd heel bewust te beleven. Die heeft dit jaar een extra dimensie.’
Carola Schouten: ‘Inderdaad. Lijden kan soms een heel abstract begrip zijn. Je ziet nu steeds meer om je heen dat mensen het zwaar hebben. Jongeren die psychische problemen krijgen, ouderen die eenzaam zijn, ondernemers die uit wanhoop niet meer weten wat ze moeten doen om hun bedrijven te redden. Dan is lijden niet zo abstract meer.’
Carola Schouten: ‘Ik las op jullie website een interview met Otto de Bruijne, een oorspronkelijke denker die mij vaak inspireert in mijn geloof. Otto zegt dat we in deze tijd moeten leren om ‘naar binnen toe’ te leven. Dat wil zeggen: dat we met onszelf en de mensen om ons heen durven leven. Otto zegt dat hij door de lockdown lekker veel tijd had om ‘gewoon Otto’ te zijn, in zijn atelier. Zonder te worden opgejaagd door stemmetjes die zeggen: ‘Het is niet goed genoeg’. Het werk is voor mij niet minder geworden, maar ik kan soms echt genieten van een avond thuis zijn.’
Je wil graag opstaan tegen onrecht. Maar onrecht heeft veel gezichten. Hoe meer je inzoomt op onrecht, hoe meer onderbelichte vormen van onrecht je tegenkomt, en hoe meer onrecht met elkaar verbonden lijkt. In deze podcastserie gaat Tearfund-directeur Minella van Bergeijk in gesprek met vooroplopers tegen onrecht. Om een scherper beeld te krijgen van hoe het echt zit en te ontdekken hoe het anders kan. Luister hieronder de podcast!
In de politiek heb je hoge idealen, maar de praktijk is weerbarstig. In mijn werk denk ik regelmatig: is wat ik doe wel goed genoeg?
Carola Schouten: ‘De term ‘Het is niet goed genoeg’ herken ik heel erg. Mensen vragen mij regelmatig: heb je alles kunnen doen wat je wilde doen? Dan zeg ik: een fractie. In de politiek heb je hoge idealen, maar de praktijk is weerbarstig. In mijn werk denk ik regelmatig: is wat ik doe wel goed genoeg? Dat geldt ook voor de relatie met mijn naasten – en dat vind ik het moeilijkste aan dit werk: de mensen die je het meest liefhebt, krijgen opeens het minst van je tijd. Ook als ik op wereldschaal kijk, kan ik soms zo moedeloos worden. Dan denk ik: Heeft het zin? Wanneer is het goed genoeg? Vaak is die lat voor mijzelf hoger dan ik kan bereiken. Dat merken jullie vast ook in de landen waar jullie werken. Aan de andere kant: als je er niet was, had je zeker niet het verschil kunnen maken. Wij hebben als kabinet echt wel iets bereikt.’
Carola Schouten: ‘Dat was een ingewikkelde zaak. Er stonden veel belangen tegenover elkaar. De een zei: ‘Mag ik hier nog boer zijn?’, en de ander: ‘Kunnen we dan geen huizen meer bouwen?’ In het begin ging ik heel hard rennen om allerlei dingen op te lossen. Na een tijdje merkte ik dat de onrust in mijn hart zat. Dan probeer ik tot rust te komen, door de stilte zoeken, in de vorm van gebed en overdenking. Ook al is dat in deze campagnetijd bijna onmogelijk. Daarnaast helpt het mij om te bedenken dat er heel veel mensen zijn die gewoon van je houden, ongeacht of je het wel of niet goed doet in je werk. Dat je geliefd bent. Dat is de kern van mijn geloof. Mijn overtuiging was en is nog steeds: je kunt er alleen uitkomen als je het met elkaar doet.’
Deze pandemie brengt de verschillen die er al waren scherper naar voren, als een soort contrastvloeistof.
Carola Schouten: ‘Deze pandemie brengt de verschillen die er al waren scherper naar voren, als een soort contrastvloeistof. Dingen die structureel fout gaan – bijvoorbeeld hoe wij met arbeidsmigranten om gaan – komen sterker naar voren. Het is heel makkelijk om in te spelen op de angsten en teleurstellingen die nu leven. Om daar lekker in te roeren en mee te liften op de polarisatie. Ik denk dat we internationaal genoeg voorbeelden hebben gezien dat dat een heilloze weg is, die een samenleving gewoon echt kapot maakt. Het is veel moeilijker om partijen bij elkaar te brengen en het gesprek te voeren. Toch probeer ik dat te doen. Wat betreft het stikstofbeleid weet ik dat er nog veel boeren onzeker zijn. Die onzekerheid probeer ik weg te halen, door te luisteren en te laten zien wat ik voor hen doe.’
Carola Schouten: ‘Uiteindelijk gaat het erom dat er recht wordt gedaan. In de sfeer van: word je gezien als mens, word je geholpen als dat nodig is, kun je ergens je recht halen? Wij hebben in Nederland een systeem waarin je elke vier jaar kunt stemmen om te laten horen wat je vindt. En als de politiek rechten schendt, is daar ons onafhankelijk rechtssysteem om dat te corrigeren. In het buitenland lopen vooral jonge meiden gevaar, door seksuele uitbuiting of genitale verminking. Ik wil hen niet als slachtoffer zien, want ik geloof heel erg dat vanuit die vrouwen verandering kan komen in een maatschappij. Ik hoop dat we daar juist als Nederland altijd oog voor blijven houden.’
‘Door de positie van vrouwen in andere landen te verbeteren en ervoor te zorgen dat zij een stem hebben in hun land. Dat meiden toegang hebben tot onderwijs, zodat ze hun talenten kunnen ontwikkelen. Dingen die voor ons misschien heel vanzelfsprekend zijn. Ik geloof echt dat we de kracht van vrouwen kunnen gebruiken om hun landen op te bouwen. Maar het is ook onze zware plicht om ervoor te zorgen dat jonge meiden die vanuit het buitenland naar Nederland komen, goed worden behandeld. Als ik zie hoeveel meiden met valse voorwendselen naar Nederland worden gehaald en vervolgens in de prostitutie belanden, dan is dat niet normaal. Het lijkt een onderwerp waar je niet veel aan mag komen, want het is toch een legaal beroep in Nederland? Je kan heel goed aanwijzen wat er bij een ander niet goed gaat, maar er ligt eerst een ongelooflijke taak in ons eigen land.’
Voor mij is de kern van de Bijbel: Jij bent een geliefd kind van God. Waar je ook woont, wat je ook doet, in welke situatie je ook zit.
‘Door gewoon te vertellen waar mijn hart voor klopt, en waarom. Voor mij is de kern van de Bijbel: Jij bent een geliefd kind van God. Waar je ook woont, wat je ook doet, in welke situatie je ook zit. Dat is zo’n krachtige boodschap, die de opdracht in zich heeft om de ander te zien. Om te zoeken naar hoe ik die ander recht kan doen. Ik probeer het gesprek te blijven aangaan, zodat ik de zorgen ken en zie. Ik hoor veel mensen die het lastig vinden om werk en zorg voor kinderen, ouders of zieke vrienden te combineren. In de woorden van Otto: dat het nooit goed genoeg is. De overheid stimuleert om zo veel mogelijk betaald arbeid te doen. In onze economie gaat het altijd over ‘meer’. Meer welvaart, meer verdienen. Ook als we daarvoor oneerlijke handelsverdragen laten bestaan, onze spullen dumpen in armere landen en het klimaat om zeep helpen, waardoor mensen nu al op de vlucht moeten. Dat is niet de economie waar mensen tot hun recht gaan komen. Er is niks mis met handel, als het maar eerlijke handel is, waarin we rechtdoen aan mens en schepping.’
Carola Schouten: ‘En uiteindelijk schieten we onszelf daar écht mee in eigen voet. Ook daarom is het belangrijk om naar binnen te leren leven. Om dichterbij de natuur en het geloof te leven en met elkaar de wezenlijke vragen te bespreken. We willen niks missen, alles moet nu en alles moet leuk zijn. Door de coronacrisis herontdekten we ineens ons eigen land. Het hoeft allemaal niet heel groots en meeslepend. Als je vanuit jezelf voldoening kunt halen, heb je al dat materiele niet nodig om gelukkig te worden.’
Carola Schouten (43) is een Rotterdammer met een Brabants hart. Ze groeide op als boerendochter op in Giessen, waar ze na de dood van haar vader samen met haar moeder en twee zussen de boerderij runde. Schouten is trotse moeder van een zoon. In 2011 kwam zij namens de ChristenUnie in de Tweede Kamer terecht. De afgelopen kabinetsperiode (kabinet-Rutte III) was Schouten vicepremier en minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.