De laatste keer dat je in het nieuws las over de situatie in Tigray is mogelijk al weer even geleden. Toch blijft de situatie schrijnend. Ruim 90 procent van de mensen in Tigray heeft op dit moment voedselhulp nodig. Tearfund doet wat mogelijk is om die hulp te bieden. En dat is op z'n zachtst gezegd een uitdaging, zo weet ook Hellen Kimanthi, projectleider van Tearfund. ‘Het is een heel complexe situatie, waarin we steeds opnieuw moeten zoeken naar wat mogelijk is’.
Een van de eerste prioriteiten voor Tearfund is om noodhulp te bieden aan de mensen die op de vlucht zijn geslagen voor het geweld. Hellen: ‘Aanvankelijk dachten veel mensen dat het om een kortdurend conflict zou gaan. Maar nu we bijna anderhalf jaar verder zijn, dringt steeds meer het besef door dat dit weleens lang kan gaan duren.’
Het dringt nu, bijna anderhalf jaar verder, door dat dit weleens lang kan gaan duren.
Dat betekent dat mensen voorlopig niet kunnen terugkeren naar hun huizen. Naast acute crisishulp start Tearfund, samen met partners van Dutch Relief Alliance, daarom ook hulp op om de vluchtelingen op de langere termijn bij te staan. ‘De hulp bestaat uit voedsel, het herstellen van waterpunten, en het uitdelen van cash. Een belangrijke voorwaarde voor cash is dat er een functionerende markt moet zijn, zodat mensen zelf hun inkopen zouden kunnen doen.’
Deze hulp stond allemaal in de steigers, toen de situatie vlak voor de zomer, veranderde. ‘Het gebied is nu onder controle door de milities van Tigray (TDF/TPLF). Alle materialen voor het herstel van de waterpunten zijn al ter plekke, maar staan nu noodgedwongen opgeslagen, omdat de situatie te onveilig is.’
Hoewel werken in een crisisgebied per definitie ingewikkeld is, vergt de situatie in Tigray het uiterste van de lokale hulppartners. ’Wat het heel ingewikkeld maakt, is dat alle communicatielijnen met Tigray zijn afgesloten. Dit is een tactiek die de Ethiopische regering altijd toepast in geval van binnenlandse onlusten. De banktegoeden worden dan bevroren, en de communicatie afgesloten.’
‘Vanuit Tearfund hebben we contact met onze partners die in de hoofdstad van Ethiopië werken, maar ook zij hebben weinig zicht op de situatie ter plaatse in Tigray. Omdat de situatie heel explosief is, is het te onveilig voor hulpkonvooien. Ook kunnen we de mensen die in aanmerking komen voor de hulp met cash niet langer geld geven, omdat de banken gesloten zijn. Dit maakt de situatie heel nijpend, want mensen hebben dringend hulp nodig.’
Er zijn gelukkig veelbelovende onderhandelingen gaande waar hulporganisaties op kunnen meeliften.
Toch zet Tearfund, samen met andere hulporganisaties, alles op alles om te zoeken naar mogelijkheden om de mensen die op de vlucht zijn bij te staan. Hellen: ’Er zijn gelukkig veelbelovende onderhandelingen gaande waarbij de UN toestemming krijgt voor hulpkonvooien en ook voor zogenaamde ‘cash-vluchten’.
Dit is goed nieuws voor alle hulporganisaties die zo mee kunnen liften op de mogelijkheden die UN krijgt. Zo komt er ook weer een geldstroom op gang naar Tigray. ‘Dat is uiteraard ook gevaarlijk en risicovol, omdat dit geld wel terecht moet komen bij de mensen die dit het hardste nodig hebben. Het blijft een soort spitsroede lopen.’
Een andere mogelijke opening voor hulp, ziet Hellen in de gewijzigde beweging die de vluchtelingenstroom maakt. ‘Steeds meer vluchtelingen vertrekken naar aangrenzende regio’s van Tigray, omdat het te onveilig is in Tigray zelf. Dat biedt kansen voor hulporganisaties, omdat we deze aangrenzende regio’s gemakkelijker kunnen bereiken. Hier kunnen we goede opvangmogelijkheden organiseren, van waaruit we ook noodhulpgoederen kunnen uitdelen. Dus dat zijn twee hoopvolle ontwikkelingen.’