Of de mussen nou van het dak vallen of het juist stervenskoud is: Esther Goudsblom (60) fietst naar haar werk. We spreken haar op Nationale Fiets naar je Werk Dag! “Ik heb zelfs speciale verwarmingshandschoenen.”
“Het zit hem in de voorbereiding: altijd een regenpak mee, bril op tegen de vliegjes en je tijd ruim plannen. Ik fiets elke dag naar mijn werk, van maandag tot en met vrijdag. Toen ik 13 jaar geleden startte met mijn baan bij Tearfund, zat het kantoor nog in Zeist. Daar woon ik ook, dus toen was het logisch om op de fiets te stappen. Maar een paar jaar geleden verhuisde de organisatie naar Utrecht: 12 kilometer enkele reis en 15 stoplichten verder – ja, ik heb ze geteld. In eerste instantie liet ik de fiets staan: Utrecht voelde best ver weg. Totdat ik gek werd van al dat zitten, niet alleen achter mijn bureau, maar ook in de auto. Ik regelde een ANWB-routeplanner en ben tijdens een Pinksterweekend op pad gegaan!”
Ik dacht: ik stop ermee!
“Het eerste stukje van de route ging best makkelijk. Links, rechts, derde afslag op de rotonde, onder het tunneltje door… Totdat ik de draad kwijtraakte en gefrustreerd raakte. ‘Ik stop ermee, ik ben er klaar mee!’ schoot het door mijn hoofd. Uiteindelijk ben ik – door naar de weg te vragen – goed op mijn eindbestemming aangekomen. En nu weet ik niet beter meer. Ik vind het heerlijk om in alle vroegte op mijn fiets te stappen! Het is voor mij een tijd om samen met God te zijn, om te bidden, te zingen en te genieten van de rust. Omdat het ’s ochtends nog stil is op straat, hoor ik de vogeltjes goed fluiten. Prachtig!”
“Naast dat ik het voor mijn hoofd en beweging heerlijk vind om te fietsen, doe ik het ook om de aarde te sparen. Ik ben bewust bij Tearfund gaan werken omdat ik meer wilde betekenen voor mensen in nood. Binnen de organisatie heb ik veel over duurzaam leven geleerd. Als mijn keuze om te fietsen in plaats van de auto te pakken bijdraagt aan een betere wereld, dan doe ik dat graag.”
“Vanochtend werd er code geel afgegeven. Toch ben ik op mijn fiets gestapt. Dankzij mijn regenpak en laarzen kon ik de flinke regenbui aan. Bovendien heb ik wel extremere weersomstandigheden meegemaakt. Sneeuw, dikke mist, en van 34 graden in de zomer tot -10 in de winter. Voor die extreme kou heb ik speciale verwarmingshandschoenen: met een batterijtje worden mijn handen opgewarmd. Charmant zie ik er op die koude of natte dagen niet uit, maar goed voorbereid ben ik wel!”
“Gelukkig heb ik tijdens al die kilometers op de fiets geen ongelukken meegemaakt. Wel ontmoet ik hier in Utrecht vaak mensen die om geld bedelen. Voor hen heb ik altijd wel wat muntgeld in mijn zak. En voor potentiële engerds heb ik een kleine hamer in mijn fietstas zitten. Niet dat ik die ooit ga gebruiken…
Op de fiets zitten maakt je bewust van je omgeving, dat vind ik het mooie eraan! Daarom kan ik fietsen ook zo aanraden: luister naar de geluiden om je heen, neem je tijd ervoor, ontmoet God en – niet onbelangrijk – kleed je goed aan.”