Tearfund gelooft in de kracht van de plaatselijke kerk. We zien de enorme impact van de kerk wanneer zij zich inzet voor haar omgeving. In Nederland neemt het vertrouwen in instituties (zoals de overheid, de media, maar ook de kerk) af. Wat kunnen wij leren van de lokale kerken in de landen waar Tearfund werkt?
Ik weet nog goed dat ik ruim tien jaar geleden op een zeepkistje in het stadsdeelhuis van Amsterdam-Noord een pitch van drie minuten mocht houden over waar wij als kerk voor stonden. Een aantal collega’s deed dat ook; verder kwamen diverse vertegenwoordigers van moskeeën aan het woord. Het zal toeval zijn geweest, maar ik was als laatste aan de beurt en dat vond ik best ingewikkeld. Er waren in de toespraakjes vóór mij allerlei mooie dingen gezegd die ik geheel kon beamen.
Toen ik aan de beurt was, heb ik al mijn moed bij elkaar geraapt en uitgelegd dat wij als kerk ál het voorgaande wilden bevestigen en dat we – om ons heen kijkend – zien dat we behoorlijk falen als mensen. Dat we tekortschieten en soms ook onszelf tegenkomen, omdat een deel van ons ‘goed doen’ ook het gevolg is van ‘onszelf op de kaart zetten’, of je nu politicus of een actiegroep of een kerk bent.
Na afloop van mijn praatje klonk er slechts een zacht applaus
En toch leek er, wat mij betreft, iets te ontbreken. Er waren veel mooie woorden over lief zijn voor elkaar en het zoeken naar het goede. Een dominee zei: ‘Vrede, het gaat ons alleen maar om vrede. Dat iedereen vrede heeft met elkaar.’ Tja, wie kan daar iets op tegen hebben? Een ander legde uit dat het gaat om (naasten)liefde en ‘elkaar zien’. En ook daar was ik het uiteraard mee eens. Maar ja; hadden de padvinderij en het lokale buurthuis niet hetzelfde kunnen zeggen?
In de twee minuten die ik nog over had, legde ik uit dat we als kerk geloven dat het kwaad in deze wereld (noem hem Gods tegenstander, maar ook je eigen ik) alleen overwonnen kan worden door Iemand die stérker is: Jezus. Het werd nog stiller dan het al was. Terwijl er voor de andere sprekers na afloop luid werd geklapt, klonk er bij mij slechts een zacht applaus.
Ik ben het niét met u eens, zei ze
De receptie begon; het feestje van ‘religieuze diversiteit’ kon gevierd worden. Ik voelde me best wat verlaten en onzeker. Toen kwam de stadsdeelvoorzitter op me afgebeend. Ik zette me schrap, maar ze stak haar hand uit. ‘Ik ben het níet met u eens’, zei ze. ‘Maar u was de enige die écht wat te zeggen had. Kunnen we een afspraak maken?’ Zo geschiedde.
We zijn inmiddels heel wat jaren verder en het goede contact met de stadsdeelraad is gebleven, óndanks onze verscheidenheid.
En ik leerde een belangrijke les: zorg dat je weet wie je bent en waar je voor staat. Wees duidelijk en authentiek, maar ook kwetsbaar, want er is meer. Soms zijn we te bang om dat te verwoorden, omdat we in een samenleving leven waar de norm geworden lijkt dat ‘geloof’ vooral achter de voordeur beleeft zou moeten worden. Het ‘meer’ zit hem hierin: Jezus leefde het leven dat wij mogen leven en voor ons tekort sprong Hij in de bres.
Mensen zien wat er kan gebeuren als ze hun talent inzetten
Het is natuurlijk duidelijk dat Nederland hoort bij de meest geseculariseerde landen van de wereld. Lange tijd betekende de toename van de ontkerkelijking zelfs dat de kerk het moest ontgelden in allerlei debatten. Mensen stonden niet meer neutraal tegenover de kerk, maar zelfs negatief. Dat is een heel ander perspectief dan wat geldt voor de meeste landen waar Tearfund werkt. Dáár is de kerk ‘per definitie’ partner van de overheid. Dat wil zeggen: de overheid erkent het belang van kerken en betrekt hen bij het oplossen van problemen.
In een recent onderzoek werd duidelijk dat elke euro die Tearfund investeert in trainingen ervoor zorgt dat zeven euro ‘beschikbaar’ komt. Dat wil zeggen: het potentieel dat er bij mensen is (qua kennis, gaven en talenten, spaargeld, etc.) wordt door Tearfunds trainingen vrijgezet, omdat mensen zien wat er kan gebeuren als ze op een goede manier inzetten wat ze hebben.
Dat gebeurt als mensen leren om te starten met dat wat je hebt. Eén van de Bijbelverhalen waar dit terugkomt is dat wat we lezen bij Elisa en de weduwe, in 2 Koningen 4. Elisa vraagt de vrouw wat ze nog wél heeft (vers 2) en het antwoord is: ‘Alleen een kruikje olie.’ En met dát kruikje gaat ze aan de slag.
Een verandering ‘tussen de oren’ is een blijvende verandering
De door Tearfund gesteunde plaatselijke kerk zet in op een gedragsverandering: je denken moet vernieuwd worden. Jezelf vergelijken met anderen is eindeloos vermoeiend; je mag aan de slag met dat wat God jóu gegeven heeft. En wat blijkt: het ervaren van tevredenheid en dankbaarheid van mensen stijgt met 27% na het volgen van dergelijke programma’s. Het welbevinden neemt sterk toe en dat resulteert uiteindelijk in een hogere economische productie.
Gelukkige mensen zetten zich samen in voor een beter dorp. Pinksteren heeft de gemeente van Jezus in beweging gezet; Gods Geest is aan het werk gegaan. Hij toonde mensen wie zij zijn zonder God, maar ook welk perspectief er is mét Hem. Dat is brandstof voor je ziel en geeft hoop voor de toekomst.
Een verandering ‘tussen de oren’ is een blijvende verandering. We hebben het dan niet meer over ‘even iets goeds voor een ander doen’, maar investeren in iemands toekomst én nageslacht. Als het zo is dat je de ‘waarde’ van de ontwikkelingsprogramma’s in geld kunt omzetten (het onderzoek doet dat), dan resulteert het op langere termijn een geweldig hoge opbrengst. Omgerekend van gift naar resultaat zien we dat een investering van 1 euro via Tearfund in de lokale kerk ervoor zorgt dat er tijd en middelen in de gemeenschap worden ingezet ter waarde van 7 euro in gezamenlijke projecten. Nota bene omdat mensen dat wat er al beschikbaar was, zijn gaan inzetten. Maar daar houdt het niet op! Die investering levert namelijk uiteindelijk 28 keer meer op aan welzijn voor de hele gemeenschap!
Om dit voor elkaar te krijgen, zijn er volgens mij twee dingen nodig:
1) Zorg dat je als individu en als kerk weet wie je bent. Vanuit je identiteit (je stáát ergens voor) ga je aan de slag, zonder dat je voortdurend hoeft te denken aan dat wat anderen van je vinden. De kerk op het Zuidelijk halfrond dúrft en de kerk in Nederland mag óók weer durven. Let wel, zonder het opgeheven vingertje dat ‘wij’ het goed doen en ‘anderen’ niet. Het oordeel laten we achterwege; dat is aan God. En ook proberen we een ander niet meer te bekeren. Laten we echter met het badwater niet óók het kind weggooien: als christen geloven we dat Jezus leeft, dat Hij ons inspireert en dat Hij ons tekort vergeeft. We weten dat armoede niet is wat God wil en tegelijk realiseren we ons dat menselijk gedrag veelal de oorzaak is van gebroken relaties. Om dát te herstellen hebben de Pinkstergeest, de Geest van Jezus nodig. In Zijn kracht doen we wat we kunnen doen.
2) We moeten ons realiseren dat het leven niet om ons of om de kerk draait. Het is níet ‘God heeft een plan met je leven’, maar iets groters: God heeft een plan met de wereld. En in dat plan… is een plekje voor jou. Je mag je inzetten op de plek waar de Here God je plaatst. Een lokale kerk kan enorm helpen om – gezamenlijk – het goede te zoeken. Dat betekent concreet dat je als kerkenraad of oudstenraad of Bijbelkring nadenkt over de vraag wat er nodig is in jouw buurt, dorp of stad om ‘shalom’ (Gods heelheid en volheid) werkelijkheid te zien worden. Dat zal altijd beperkt blijven, want het Koninkrijk van God is nog niet volledig doorgebroken. De tekenen zijn er echter en wij mogen starten op onze plek, zoals de discipelen startten in Jeruzalem. Om vervolgens de ‘uiteinden van de aarde’ te bereiken met een levensveranderende boodschap: er is hoop, want Jezus stond op uit de dood en Zijn Geest is voor ons beschikbaar.
Wist je dat je Tearfund-ambassadeur Jurjen ten Brinke ook als spreker in jouw kerk of gemeente uit kunt nodigen? Jurjen of een van onze andere sprekers komt jullie graag uitdagen om je wereld dichtbij en ver weg mooier te maken!