De reis naar Oeganda in 2015 zette het leven van de Nederlandse Jan Huijgen op z’n kop. “Ik voelde me zo arm toen ik de mensen daar ontmoette, terwijl ik bij hen rijkdom zag.” Een van de mensen die hij ontmoette, was bisschop Zac Niringiye. Na zeven jaar treffen zij elkaar weer, en dit keer was Jan de gastheer. Op het erf van de Eemlandhoeve in Bunschoten-Spakenburg spreken zij van hart tot hart over het leven en elkaars drijfveren.
Ik begon in mijn eentje, maar al gauw ontdekte ik dat je het samen met andere boeren moet doen.
Beeld: Hannah Kasteleijn
Jan: “Ik ben deze boerderij dertig jaar geleden begonnen omdat ik het gevoel had dat er iets niet goed ging. Ik maakte me zorgen over de biodiversiteit, ons landschap, hoe we ons voedsel produceerden en hoe we met onze dieren omgingen. Ik kreeg een heel duidelijke droom om daarmee aan de slag te gaan, om met een alternatief te komen. Het werd mijn opdracht om dit in mijn eigen omgeving te doen. Ik begon in mijn eentje, maar al gauw ontdekte ik dat je dat veranderingsproces samen met andere boeren moet doen. Eerst start je lokaal, op je eigen boerenhoeve, daarna in de regio voor het beheer van weidevogels en biodiversiteit, en vervolgens op nationaal niveau om het bredere boerenbedrijf, de multifunctionele landbouw, vorm te geven. Daar heb ik ooit ook de Mansholtprijs voor gekregen en dat gaf vervolgens weer ingangen op Europees niveau. Onze boerderij is voor veel mensen een groene oase voor een nieuwe agricultuur.
Er zijn hier verschillende plekken waar je tot rust kunt komen en waar je nieuwe inspiratie op kunt doen. Vanuit heel Nederland kwamen boeren kijken wat ik deed. Ze zagen dat het anders kon en dat gaf hun hoop om zelf ook op een duurzamere manier te gaan werken. Maar het gaat verder dan alleen de agrarische sector. Er komen allerlei mensen, groepen naar de hoeve voor bezinning, maar ook om voedsel, omgeving, landbouw en gezondheid met elkaar te verbinden. Hier wordt hun een spiegel voorgehouden, zoals mij zeven jaar geleden in Oeganda een keiharde spiegel is voorgehouden.”
Zac: “Ik herinner me onze eerste ontmoeting nog goed. Jij was met een groep voorgangers uit Nederland te gast. We waren vreemdelingen en toch was er haast direct een klik met elkaar. Ik denk dat dat kwam door de gelijkwaardigheid die ik bij jou ervoer, en nog steeds ervaar. Dat vond ik bijzonder, omdat het juist mijn ervaring was met veel Europeanen dat ik me altijd bewust werd gemaakt van mijn huidskleur. Helaas nog steeds. Alsof ik een tweederangsburger ben, alsof ik de persoon ben die afhankelijk is van de hulp van het Westen. Ik krijg vaak de vraag gesteld: `Wat kan ik voor jullie in Afrika doen?’ Het impliceert een bepaalde machtsverhouding: die van de hulpverlener ten opzichte van de hulpbehoevende. Wat ik zo mooi vind aan onze relatie toen, en nu weer, is dat we allebei mensen zijn met diepe vragen over het leven. We worstelen allebei met de economie, we brengen allebei schade aan onze planeet. Er is geen verwijt naar elkaar toe, we wijzen niet naar de ander, zo van: die is het meest schuldig. We zien samen het probleem en nemen gezamenlijk de verantwoordelijkheid om de wereld een beetje beter te maken.
Ik besefte dat ik in een woestijn van eenzaamheid, individualisme, materialisme en rationalisme leefde.
Gelijkwaardige mensen die elkaar ook als zodanig behandelen. Als je naar Jezus kijkt, dan is dat ook juist wat Hij doet. Hij verbindt ons als gelijkwaardige mensen met elkaar. Aan de voet van het kruis zijn we allemaal gelijkwaardig en daarvanuit leven maakt ons daadwerkelijke broers en zussen in Christus. Dat meen ik heel serieus en heel letterlijk: wanneer je de gelijkwaardigheid negeert, dan zijn we feitelijk ook geen broers of zussen.”
Jan: “Voor mij was die reis naar Oeganda in 2015 er eentje die mijn leven op z’n kop heeft gezet. Ik voelde me zo arm toen ik de mensen daar ontmoette, terwijl zij zo rijk waren. Het ging niet om hun bezittingen, maar het was wat ze deden en hoe ze in het leven stonden. Ze deelden dingen met elkaar en ik besefte dat ik eigenlijk een eenzame, individualistische, materialistische en rationalistische persoon was.”
Jan: “Ik ben een filosoof, een denker, en dus heel erg bezig in mijn hoofd. Ik hou van lezen en ik verzamel veel informatie. Altijd al gedaan. Kennis was een verslaving van mij, want: kennis is macht. Daar in Oeganda leek het alsof de bodem onder mijn voeten werd weggeslagen. En eenmaal terug in Nederland, kwam ik in een soort bestaanscrisis terecht. Ik werd me ervan bewust dat ik soms met woorden mooie verhalen kon vertellen, die gebaseerd waren op kennis, maar dat ze geen realiteit in mijn leven waren. Mijn kennis definieerde niet langer meer wie ik was, en ik moest mezelf opnieuw gaan ontdekken.
Sorry, ik ben wat gevoelig voor dat woord missie. Het heeft in mijn ogen namelijk iets verhevens in zich.
Op een avond heb ik al mijn boeken naar zolder gebracht. En de momenten waarop ik normaal gesproken altijd las, ging ik anders invullen. Ik begon te kleuren, te tekenen, en deed dat soms hele avonden achter elkaar. Op een gegeven moment begon ik ook dingen te noteren: korte zinnen, of eigenlijk wat gedachten en gevoelens. Ik schreef het op en legde mijn notities weer aan de kant, tot ik weer iets nieuws opschreef. Dat ging weken, maanden, jaren zo door. Het mondde uit in een zware, emotionele periode, die ik omschrijf als een `donkere nacht voor de ziel’. Ik besefte dat ik in een woestijn van eenzaamheid, individualisme, materialisme en rationalisme leefde.
Ik dacht terug aan wat me daar in Oeganda zo had getroffen, en dat was het tegenovergestelde van die woestijn. Daar is de kracht van de gemeenschap zichtbaar, daar werd samengewerkt en gedeeld. Dat is hun rijkdom. Het individualisme is misschien wel de grootste nood waar we mee te maken hebben, en bisschop Zac heeft me laten zien wat de kracht van verbinding is. Het heeft me de missie gegeven om een groene oase in onze westerse woestijn vorm te geven.”
Zac: “De rondleiding langs deze prachtige plekken op je boerderij laat me nog maar eens extra beseffen dat we de dingen niet als vanzelfsprekend moeten nemen. Hoe bijzonder het is dat er op een integere manier landbouw bedreven wordt. De uitgebreide moestuinen, de biodiversiteit van planten en vogels, en de koeien die met hun kalveren buiten lopen. We moeten koesteren wat ons is toevertrouwd, en daar zuinig mee omgaan.
Leven zoals het bedoeld is, is rechtvaardig en vreugdevol en brengt shalom.
Maar heel eerlijk: wat jij laat zien, zou ik geen missie willen noemen. Het is een levensstijl, een manier van samenleven. Niet alleen met mensen, maar ook met de dieren en de natuur. Sorry, ik ben wat gevoelig voor dat woord missie. Het heeft in mijn ogen namelijk iets verhevens in zich. Zo van: een ideaal dat we willen bereiken, ook als het ten koste gaat van mensen. Het accent zou moeten liggen op samenwerken, en dat is wat jij hier doet. Wanneer we het welzijn van mensen uit het oog verliezen, dan is dat destructief.
Zo’n twintig jaar geleden startten vrienden van mij in Oeganda een eerlijke, duurzame sinaasappelplantage. Ze hebben er hard voor gewerkt en de zaken gingen goed. Een paar jaar terug kwam er vanuit het buitenland een aantal ondernemers naar ons land, die er sinaasappelsap gingen produceren. Het sap werd ontwikkeld in laboratoria en kwam niet vers van het land. Ze verkochten het voor spotprijzen en deden alsof het een lokaal product was. Mijn vrienden verloren hun aandeel in de markt en moesten hun oogst vernietigen. Dat is onrecht.
Ik geloof niet in missie, ik geloof in eerlijk samenleven. Leven zoals het bedoeld is, dat rechtvaardig en vreugdevol is en shalom brengt, de vrede waar elk mens ten diepste naar verlangt. Deze plek, deze hoeve, is een oase.”
Jan: “Toen ik met de Eemlandhoeve begon, was ik vooral bezig met de vraag: wat gaat hier niet goed? Gaandeweg realiseerde ik me dat die vraag eigenlijk te beperkt is, en bedacht ik: kan ik niet de tegenbeweging inzetten naar iets hoopvols? Van welke lichtpuntjes aan de horizon kan ik een lijntje trekken naar plekken in de samenleving. Plekken die hoop weerspiegelen en die een oase van hoop zijn. Als christen moeten we die plekken opzoeken en vandaaruit samen aan de slag gaan. Een soort orde van oases. Geloofsgemeenschappen, kerken en alles daarbuiten die plekken van hoop zijn midden in de schepping. Dat is wat ik in Oeganda heb gezien en wat zo veel indruk op mij heeft gemaakt.”
Zac: “Volgens mij is dat de essentie van waar we het over hebben, de triangel van geloof, hoop en liefde. De oases die je hebt laten zien, zijn plekken van rust, waar je je kunt bezinnen, waar je in je geloof wordt gestimuleerd, waar je nieuwe hoop kunt opdoen en relaties worden gelegd en versterkt.”