In een maatschappij waarin de nadruk op het individu groot is, verdwijnt het belang van gemeenschap meer naar de achtergrond. Het verhaal van Percy uit Zimbabwe laat zien hoe gemeenschapszin haar leven veranderde. Welke lessen kunnen we in Nederland van haar leren?
‘Samen sta je sterk’ of ‘Vele handen maken licht werk’: dat zijn niet voor niets clichés. We hebben elkaar nodig. De cultuur in Nederland kun je omschrijven als individualistisch. Er ligt meer nadruk op persoonlijke vrijheid en minder op de gemeenschap of het samen doen. En dat kan ook, want sterke gemeenschapsbanden zijn minder noodzakelijk. Waar we eerder veel meer onze familie en buren nodig hadden om te overleven, zorgt welvaart ervoor dat we ons onafhankelijker op kunnen stellen en meer bezig kunnen zijn met onze eigen ontwikkeling. Dat brengt veel vrijheid en nieuwe mogelijkheden met zich mee.
De verschuiving van ‘collectief’ naar ‘individu’ heeft ook een keerzijde. Denk maar aan het stijgende percentage van mensen dat zich eenzaam voelt, zowel onder ouderen als jongeren. Ook zie je stressklachten of burn-out vanwege de druk die op individuen komt te liggen om hun eigen succes en geluk te bewerkstelligen. Bovendien werkt individualisme ook polarisatie in de hand: gemeenschappelijk waarden en normen verdwijnen en met focus op eigen welzijn, kan het lastiger worden om empathie op te brengen voor anderen en solidair met hen te zijn.
Al mijn kinderen kunnen nu naar school mét goedgevulde lunchpakketten.
Percy woont in Zimbabwe, een land waar de gemeenschap een grote rol speelt in het dagelijks leven. De kracht van gemeenschapszin was de redding in het leven van deze 36-jarige alleenstaande moeder. Percy heeft drie kinderen en zorgt daarnaast voor de drie kinderen van haar overleden zus. Ze had de zware taak om de kinderen in haar eentje groot te brengen en dat ging niet vanzelf. Toch vond ze de kracht om door te gaan en dat kwam voornamelijk door de steun van haar omgeving.
In 2021 werd Percy deelnemer van een pluimveeproject, georganiseerd door de Zimbabwaanse partnerorganisatie van Tearfund. “Samen met zeven andere vrouwen uit mijn dorp kreeg ik kuikens om groot te brengen en te verkopen. Onze eerste poging was succesvol en we verdeelden de opbrengsten. Maar de tweede lichting kuikens werd gestolen, en dat zorgde voor veel ontmoediging. Met onze laatste geld kochten we een derde lichting. Helaas stierven veel van de kuikens en dat betekende ook het einde van het project.”
Toch gaf Percy niet op. Haar passie voor het houden van kippen bleef, en ze wachtte geduldig op een nieuwe kans. Toen via het programma van Tearfund er in haar dorp zelfhulpgroepen werden opgericht, zag Percy dit als een mogelijkheid om haar pluimveebedrijf nieuw leven in te blazen. In de zelfhulpgroep waar ze lid van werd, spaarde ze samen met andere vrouwen kleine bedragen en daardoor ontstond er een gezamenlijke kas. Percy leende daarvan en samen met haar kleine spaargeld blies ze het kippenproject nieuw leven in. Met de steun van de andere vrouwen in de zelfhulpgroep groeide haar bedrijf.
Ze vertelt trots: “We hebben als vrouwen geleerd hoe we door samen te werken verder kunnen komen. Door de steun van mijn gemeenschap kan ik nu schoolgeld betalen en zorgen dat mijn kinderen en de kinderen van mijn zus elke dag goedgevulde lunchpakketten hebben. Zelfs in het droge seizoen wanneer mensen het altijd extra krap hebben.”
In Percy's dorp waren het niet grote instanties of overheidsprojecten die de situatie verbeterden, maar de inzet en steun van haar eigen gemeenschap.
In Percy's dorp waren het niet grote instanties of overheidsprojecten die de situatie verbeterden, maar de inzet en steun van haar eigen gemeenschap. Samen met de andere vrouwen in de zelfhulpgroep creëerde Percy een netwerk van wederzijdse steun, waarbij ze elkaar hielpen om hun bedrijven weer op te bouwen en hun gezinnen te onderhouden. Zo konden ze een verschil maken in hun eigen leven en in dat van degenen in hun omgeving.
Tearfund ziet dat in veel gemeenschappen gebeuren. Uit een groot onafhankelijk onderzoek, blijkt ook de kracht van het werken met kerken en gemeenschappen. Mensen die deelnemen aan de programma’s van Tearfund geven aan dat ze het gevoel hebben dat anderen er voor hen zullen zijn als ze hulp nodig hebben (deelnemers ervaren dit 45% meer dan niet-deelnemers). Ook mensen die niet direct deelnemen aan de programma's, maar wel in dezelfde gemeenschap wonen, zijn meer tevreden met hun leven. Het bleek dat in 9 van de 10 gemeenschappen gezamenlijke voorzieningen zoals scholen, waterbronnen en wegen zijn verbeterd. Daarnaast doneren mensen elk jaar omgerekend rond de 3000 euro per gemeenschap in de vorm van tijd, geld of goederen (voedsel, landbouwmaterialen).
Misschien kan in Nederland de kracht van gemeenschapszin ook verschil maken: we kunnen voorbouwen op een sterke traditie van vrijwilligerswerk.
Het verhaal van Percy laat zien dat gemeenschapszin een krachtig middel kan zijn om problemen te bestrijden. Gemeenschapszin is niet alleen een middel om individuele problemen aan te pakken, maar ook een manier om grotere maatschappelijke uitdagingen te overwinnen. Gemeenschappen zoals die van Percy laten zien dat mensen, wanneer ze samenwerken, in staat zijn hun eigen problemen op te lossen. Ze laten zien dat door gezamenlijke actie en gedeelde verantwoordelijkheid en steun, mensen sterker staan en uitdagingen kunnen overwinnen. Dat is een les die we in Nederland ook mogen omarmen.
In Nederland, waar veel mensen zich misschien steeds verder verwijderd voelen van de gemeenschappen om hen heen, ligt de oplossing wellicht niet bij de overheid of grote organisatie, maar kunnen gemeenschappen op lokaal niveau zelf het verschil maken. En dan kunnen we voortbouwen op wat er op dat gebied al heel goed gaat: de sterke traditie van vrijwilligerswerk in Nederland, voorzieningen zoals buurthuizen of bibliotheken of de vele mantelzorgers bij ouderdom of ziekte. En net als in het dorp van Percy: kerken die een rol spelen in hun buurt, of dat nu via het Met Beide Benen in de Buurt-programma van Tearfund is of op een andere manier. Misschien komt er dan wel een mooi nieuw spreekwoord bij: ‘Samen zorgen we dat er genoeg is voor iedereen.’
Doe de test en ontdek wat voor schattenverzamelaar jij bent.