Sinds de coronacrisis zijn we ze meer dan ooit gaan waarderen: mensen met vitale banen die nodig zijn om onze samenleving draaiende te houden. In de serie ‘cruciaal’ maak je kennis met een aantal helden die deze onmisbare beroepen uitoefenen. Ontmoet de 21-jarige Robert.
Naast zijn studie Geschiedenis staat Robert voor zijn educatieve minor twee dagen in de week voor de klas én heeft hij een bijbaan als teamleider bij Albert Heijn. Twee cruciale beroepen waarin hij op zijn eigen manier verschil maakt. ‘Ondanks dat het allemaal soms best veel is, vind ik het heel leuk om mijzelf verder te ontwikkelen en leerlingen echt wat bij te brengen.’
Vol enthousiasme is Robert continu bezig met het aansturen en motiveren van jongeren. Waar hij in de supermarkt jonge medewerkers enthousiasmeert om gemotiveerd door te werken, vindt hij het belangrijk om leerlingen in de klas te begeleiden in hun sociale groei en leerontwikkeling. ‘In beide situaties ben ik bezig om jongeren te helpen, zelfvertrouwen en positieve feedback te geven en hen het gevoel te geven dat ze bijdragen en ertoe doen. Dat probeer ik met name te doen door jongeren op een enthousiaste en positieve manier te benaderen. Dat is denk ik echt de sleutel tot groei.’
Robert start op zijn zestiende bij Albert Heijn en stroomt vervolgens door van de broodafdeling naar teamleider. De sollicitatieprocedure is streng; hij moet op gesprek komen en testen maken om te kijken of hij geschikt is. Eenmaal daar doorheen, gaat Robert een opleidingstraject in. Deze strenge toelating is niet voor niets, want als teamleider is Robert na de manager hoofdverantwoordelijk voor de winkel. ‘Ik ben verantwoordelijk voor de planningen, het voeren van sollicitatiegesprekken en daarnaast ben ik het aanspreekpunt voor klanten en werknemers. Ook stuur ik veel jonge medewerkers aan die ik motiveer om op het juiste tempo door te werken.’
Door corona doen mensen vluchtig, gestrest en zelfs een beetje angstig hun boodschappen. Het hele idee van klantencontact en mensen een ervaring geven is er daardoor wel een beetje vanaf gesleten.
Doordat Robert geboren en getogen is in Hoevelaken, kent hij veel mensen uit het dorp en dus klanten in de supermarkt. ‘Ik vind het altijd leuk om een babbeltje te maken en mensen een positieve ervaring mee te geven. Wanneer ik bijvoorbeeld naar een bejaarde vrouw uit de kerk lach en zij lacht terug, maak je al elkaars dag.’ Toch merkt de student dat corona veel invloed heeft op hoe mensen zich gedragen in de supermarkt. ‘Mensen doen vluchtig, gestrest en zelfs een beetje angstig hun boodschappen. Daardoor ontstaan er sneller irritaties over bijvoorbeeld een te druk pad of bepaalde producten die niet op voorraad zijn.’
Helaas maakt Robert ook weleens mee dat mensen boos de winkel binnenkomen, omdat ze corona onzin vinden en geen mondkapje willen dragen. Gelukkig weet de student hoe hij op dat soort momenten het beste kan reageren. ‘Ik blijf altijd rustig en toon begrip door aan te geven dat ik de frustratie kan begrijpen. Wanneer mensen echt gefrustreerd of boos blijven, laat ik ze ‘uitrazen’. Gelukkig gebeuren dat soort dingen niet heel vaak, maar het hoort tegenwoordig wel bij het werk.’ Robert moet toegeven dat het coronavirus zijn werk bij de supermarkt wel anders maakt. ‘Het hele idee van klantencontact en mensen een ervaring geven is er wel een beetje vanaf gesleten. Door de mondkapjesplicht en de 1,5 meter afstand is het werk gewoon minder persoonlijk geworden, terwijl ik dat juist zo leuk vind aan het werk.’
Voor mij gaat lesgeven verder dan jaartallen aanleren en kennis overbrengen. Het gaat mij erom dat leerlingen mee kunnen praten over belangrijke onderwerpen en een goed standpunt kunnen verdedigen.
Naast zijn bijbaan als teamleider en studie staat Robert twee dagen in de week voor de klas als geschiedenisdocent op het Vathorst College in Amersfoort. ‘Ik vond geschiedenis altijd al het allervetste vak’, begin hij over zijn grote passie. ‘Ten eerste om de interessante verhalen, maar ook omdat het een heel relevant vak is. Wanneer je het verleden kent, kun je namelijk de dingen die nu gaande zijn beter plaatsen en daarover meepraten. Geschiedenis helpt je om de wereld van nu beter te begrijpen, waardoor je beter je eigen mening kunt vormen.’
Robert vindt het dan ook belangrijk om die boodschap aan zijn leerlingen mee te geven. ‘Voor mij gaat lesgeven veel verder dan jaartallen aanleren en kennis overbrengen. Het gaat mij erom dat leerlingen mee kunnen praten over belangrijke onderwerpen en een goed standpunt kunnen verdedigen aan de hand van historische argumenten. Zeker in de 21e eeuw krijgen jongeren te maken met veel verschillende informatiebronnen. Bij het vak geschiedenis leren zij om kritisch met informatie en bronnen om te gaan. Aan die vaardigheden heb je later ook nog heel veel.’
Als Robert zijn bachelor en minor afrondt, ontvangt hij een tweedegraads onderwijsbevoegdheid: zijn eerste stap richting een carrière als docent. ‘Ik realiseer mij heel goed dat ik een beginnend docent ben en ik met vallen en opstaan nog veel moet leren.’ Ondanks dat, droomt de student al van de toekomst. ‘Later hoop ik echt een legendarische docent te worden die leerlingen inspireert en echt verschil maakt. Naast dat ik leerlingen meer wil meegeven over het vak, vind ik het ook belangrijk om hen verder te helpen in hun persoonlijke (leer)ontwikkeling. Zo zou ik graag willen doorgroeien naar het mentoraat en leerlingen met problemen verder willen helpen. School is voor jongeren een belangrijke plek waar ze zich ontwikkelen en ik denk dat het mooi is om hen juist in die periode te ondersteunen en te helpen met volwassen worden.’ Ook heeft Robert ambities om deel te nemen aan het schrijven van het curriculum van geschiedenis. ‘Meedenken in wat het geschiedenisonderwijs van Nederland moet worden, lijkt mij heel interessant. Ik denk namelijk dat er heel veel kansen zijn om geschiedenis beter te koppelen aan het heden.’
Lees hieronder verhalen van andere verschilmakers, zoals verpleegkundige Eline en juf Diana.