Mensen zijn vaak verrast om te horen dat ik moeite heb met woorden als rentmeesterschap. 'Je roept mensen al jaren op om voor het milieu te zorgen', zeggen ze dan, 'dus je zou blij moeten zijn dat onze rol als rentmeester van de schepping vanzelfsprekend is in de kerk.’
In sommige opzichten hebben deze mensen gelijk. Het is bemoedigend dat zoveel christenen de zorg voor de schepping zien als een belangrijk onderdeel van hun geloof. Daarnaast heeft rentmeesterschap een positieve rol gespeeld; het helpt mensen te realiseren dat we voor heel de schepping moeten zorgen, en niet alleen voor het menselijke deel daarvan. Ik ben dus zeker dankbaar voor de rol van rentmeesterschap. Toch zijn aan rentmeesterschap ook enkele problemen verbonden; problemen die de kern raken van hoe we de Bijbel lezen en onze relatie met de schepping begrijpen.
Nergens gebruikt de Bijbel woorden als rentmeesterschap om onze rol in relatie tot de schepping te beschrijven. De zeventiende-eeuwse Engelse advocaat Matthew Hale gebruikte juridische taal om te vertellen dat wij voor de wereld zorgen als een landgoedbeheerder [1], en in onze gedachten verwarren we dit met de gelijkenissen over rentmeesterschap in Lucas 12 en 16. In de Bijbel komt het woord rentmeesterschap niet voor, dus vind ik het moeilijk om te begrijpen waarom we er zo aan gehecht zijn.
Als we aan rentmeesterschap denken (zoals in de gelijkenissen van Jezus), denken we aan dingen die levenloos zijn, zoals geld, wijn of tijd. Mensen beheren geen levende wezens: ik beheer mijn kinderen of mijn vrienden niet, maar ik zorg voor ze, voed ze, probeer ze te beschermen, eer en respecteer ze. Bij rentmeesterschap is er vaak het onbewuste idee dat 'de schepping' een 'ding' is. En dat is ver verwijderd van de verbazingwekkende wereld die God heeft geschapen met al zijn diversiteit en schittering; een wereld die bruist van het leven en vol relaties en verbindingen. Hoe volkomen respectloos dat deze complexe, kloppende, levende, neuriënde realiteit gewoon iets is dat wij beheren.
Een van de grootste problemen van rentmeesterschap is dat er een scheiding bestaat tussen de rentmeester en dat wat wordt beheerd. Als rentmeesters stellen we ons als superieur op en dat impliceert een scheiding van de schepping. De problemen waarmee de wereld wordt geconfronteerd, zijn ontstaan doordat we onszelf niet als een deel van die wereld zagen. We dachten dat we gescheiden en superieur waren, met 'de omgeving' als een levenloos object dat alleen bestaat om ons te dienen.
Bijbels gesproken zijn we de enige soort die 'naar Gods beeld' is gemaakt en in de Schrift wordt dit ook benadrukt (Psalm 8 is de voor de hand liggende referent). Maar over het algemeen is de Bijbel duidelijk over dat het menselijke schepsel, slechts een schepsel is. De mens is een onderdeel van de schepping, verweven met de natuurlijke processen van het leven, en één stem in het orkest van de schepping dat bestaat om de Schepper God te aanbidden. We zijn gemaakt naar Gods beeld, niet om te heersen over de schepping, maar om de kwaliteiten te gebruiken die nodig zijn om op de meest effectieve manier voor de rest van de schepping te zorgen.
Het idee van rentmeesterschap heeft zijn wortels in het beheer van het landgoed dat moet worden overzien en beheerd. Het komt voort uit de visie dat de natuur moet worden getemd en gecontroleerd en houdt verband met het bovenstaande punt over superioriteit: de natuur heeft ons nodig. Het laat geen ruimte over voor wildernis; dat er iets kostbaars is aan het bestaan van plaatsen en wezens die onaangetast zijn door mensen.
Taal is ontoereikend. We hebben simpelweg de woorden niet om de realiteit die God heeft geschapen te beschrijven, noch het wonder en het voorrecht om er deel van uit te maken.
Als we de taal van rentmeesterschap achter ons laten, waarmee kunnen we die dan vervangen? Er zijn andere woorden die we kunnen gebruiken, zoals voogdij, priesterschap of zorg voor de schepping… Toch denk ik dat deze woorden niet toereikend zijn en daarbij vraag ik me af waarom we de behoefte hebben om één woord te vinden dat onze relatie met de schepping samenvat? De Schrift doet dat niet, dus ben ik daar ook tevreden mee. In plaats daarvan gaat mijn voorkeur uit om mijn taalgebruik te variëren: zorgen voor, zorgen voor, respecteren, beschermen, meedoen aan, andere wezens, de wereld, de hele schepping, het milieu, de natuur, Gods wereld... Taal is ontoereikend. We hebben simpelweg de woorden niet om de realiteit die God heeft geschapen te beschrijven, noch het wonder en het voorrecht om er deel van uit te maken. Maar één ding kunnen we zeker zeggen: laten we het samen koesteren.
[1] R. Bauckham, ‘Being Human in the Community of Creation – a biblical perspective’, in, K. Jorgenson and A. Padgett (eds.), Ecotheology: A Christian conversation (Eerdmans, 2020).
Ruth Valerio is milieu en sociaal activist, theoloog en auteur. Ze woont al ruim 20 jaar met haar man en twee dochters in een arme buurt in Engeland waar ze veel positieve veranderingen zag. Ze schreef verschillende boeken en blogt op haar website over hoe zij en haar gezin zo groen mogelijk proberen te leven. Ruth sprak onder andere op de Collegedag Ecologische Gerechtigheid op 8 mei 2019 en op The Justice Conference 2018. Meer weten over Ruth? Kijk op www.tearfund.nl/ruth-valerio.