Tearfund werkt in India samen met EFICOR, de Evangelical Fellowship of India Commission on Relief. Deze organisatie begon haar werk in India in 1967 als onderdeel van de evangelisatie-organisatie EFI, Evangelical Fellowship of India, toen een grote hongersnood het noorden van het land trof. In 1971 werd India overspoeld met vluchtelingen als gevolg van de oorlog tussen Pakistan en Bangladesh en kwam er vanuit de internationale gemeenschap de vraag naar een organisatie ter plaatste zodat er in geval van nood snel kon worden gereageerd. Dit resulteerde in de oprichting van EFICOR. Vanaf de jaren ’80 is de focus van de organisatie langzaam maar zeker verlegd van noodhulp naar ontwikkelingswerk. Ramesh Babu is algemeen directeur van EFICOR en Minella van Bergeijk sprak onlangs met hem over India en Gods aanwezigheid in zijn werk en persoonlijk leven.
`Ik ben bijna mijn hele werkzame leven verbonden aan EFICOR en heb binnen de organisatie verschillende functies mogen bekleden. De laatste jaren was ik programmadirecteur en sinds februari 2020 algemeen directeur. Al die tijd is mijn motivatie voor wat ik doe onveranderd gebleven. Het raakt me enorm dat er veel mensen in India niet in staat zijn om in hun basisbehoeften te voorzien. We zijn een land met meer dan 1,3 miljard inwoners en daarvan leeft 44% onder de armoedegrens. EFICOR is werkzaam in 14 van de 29 staten in ons land en we richten ons vooral op de gebieden die gekenmerkt worden door grote armoede, waar weinig of geen gezondheidszorg is of die zeer kwetsbaar zijn voor natuurrampen.'
India wordt geconfronteerd met een hoog aantal zelfdodingen, vaak om financiële redenen.
`Als organisatie willen we veerkrachtige gemeenschappen bouwen. In de eerste plaats doen we dit door middel van Disaster Risk Reduction. Wanneer een ramp zich voordoet, reageren we niet alleen via noodhulp, maar helpen we de gemeenschappen ook om weerbaar te zijn tegen toekomstige rampen.
Ten tweede zorgen we voor toegang tot goede gezondheidszorg, onder meer via het programma Water, Sanitatie en Hygiëne. Daarnaast hebben we ook veel aandacht voor de psychosociale gezondheid. India wordt geconfronteerd met een hoog aantal zelfdodingen, vaak om financiële redenen. Veel mensen met leningen kunnen hun kredietverstrekkers niet terugbetalen vanwege hun armoede. Ze zien het vaak als de enige uitweg om een einde aan hun leven te maken.
Ten derde werken we aan bestaanszekerheid, die momenteel onder grote druk staat als gevolg van de klimaatverandering. In de periode dat het zou moeten regenen, regent het niet meer en de hoge temperaturen vernietigen de gewassen. We moeten ons aan die situatie aanpassen. Het is vooral de meest kwetsbare bevolking die hieronder lijdt. Ze wonen vaak afgelegen, omdat hun inkomen gebaseerd is op landbouwactiviteiten. Je ziet dat velen van hen op zoek gaan naar een betere bron van inkomsten en verhuizen van het platteland naar de stad. Ze komen terecht in de sloppenwijken waar nauwelijks basisvoorzieningen zijn. EFICOR probeert de overheid zover te krijgen dat ze dit gaat ondervangen. Die lobby is een vierde aspect van ons werk; we doen hard ons best om allerlei maatschappelijke misstanden onder de aandacht te krijgen van verschillende partijen in de hoop dat het verandering teweegbrengt.
Ten slotte hebben we een trainingsafdeling die programma’s verzorgt voor lokale leiders en kleine ngo's, die gemeenschappen mobiliseren om de beschikbare middelen te gebruiken om hun eigen problemen aan te pakken.'
Elke ramp brengt hen terug naar de situatie van tien tot vijftien jaar geleden.
`De klimaatverandering is een groot probleem voor India. Gisteravond zag ik op tv een interview met John Kerry, klimaatgezant van de Verenigde Staten. Hij benadrukte hoe zeer de gevolgen drukken op de meest arme, kwetsbare mensen in de wereld en hoe belangrijk het is om daar nu wat aan te doen. We hebben op onze eigen projectlocaties gezien hoezeer zij direct worden beïnvloed door de klimaatverandering en hoe hun mogelijkheden om te voorzien in hun levensonderhoud achteruit gaan. Elke ramp brengt hen terug naar de situatie van tien tot vijftien jaar geleden en dat betekent dat ze eerst een vergelijkbare periode aan het herstel moeten werken om terug te komen bij hun huidige niveau. En dat niveau is dan nog steeds enorm kwetsbaar. De negatieve effecten van klimaatverandering op de landbouw, veestapel, bodemvruchtbaarheid en gezondheid zijn zeer zichtbaar.
Een groot deel van de oplossing ligt in de kennis van landbouwmogelijkheden, want dat is er op dit moment onvoldoende waardoor er kansen gemist worden om in hun eigen levensonderhoud te voorzien. In onze programma's werken we onder andere met zelfhulpgroepen, waarin deelnemers elkaar helpen om uit armoede op te staan. Ze sparen samen geld en verstrekken elkaar kleine leningen om bijvoorbeeld een klein bedrijfje te starten. En vanwege de klimaatveranderingen leiden we mensen op om te werken met gewasbeheersing en met gewassen die bestand zijn tegen hoge temperaturen. We doen hier ook veel onderzoek naar. Rampenpreventie en weerbaarheid voor toekomstige rampen heeft op dit moment echt onze grootste focus.’
Ons werk kunnen we doen dankzij de trouwe steun vanuit de Tearfund-familie.
`EFICOR heeft een drietal afdelingen. Een programma-afdeling die zorgt voor al onze projecten in arme en rampgevoelige gebieden, een trainingsafdeling die helpt bij het opbouwen van de capaciteiten van lokale leiders en NGO-werknemers, en Financiën & Administratie die de eerste twee afdelingen ondersteunt. Deze afdeling zorgt voor een accurate boekhouding omdat we zo transparant mogelijk willen zijn richting onze donoren. Van de Indiase overheid ontvangen we geen fondsen. Ons werk kunnen we doen dankzij de trouwe steun vanuit de Tearfund-familie, met name uit Australië, Canada, het Verenigd Koninkrijk en Nederland. Nederland steunt ons al sinds het begin van de jaren '00.'
Er moet een wereldwijde bewustwording komen van het onrecht dat in India plaatsvindt.
In ons werk worden we gedreven door wat de Bijbel zegt, maar EFICOR is geen religieuze organisatie. We doen niet aan evangelieverkondiging of kerkplanting, maar willen de liefde en genade van Jezus zichtbaar maken in dat wat we doen. Net als Tearfund dat doet. Het mooie is dat jullie dat vooral ook doen door je in te zetten voor rechtvaardigheid. Jullie spelen een belangrijke rol in het vertellen van dat wat hier in India gebeurt. Zoals je weet, kent ons land een kastenstelsel en de laagste kaste zijn de Dalits, zij hebben geen enkele rechten. Hen wordt elke vorm van waardigheid ontzegd terwijl een koe door de Hindoes als een godheid wordt behandeld. In de Bijbel staat het verhaal van Jezus die via Samaria naar Jeruzalem ging. Samaria was een land van verschoppelingen, van mensen die buitengesloten werden. Toch bracht Jezus nogal wat tijd met hen door. En Jezus genas de melaatsen; Hij had oog voor de meest kwetsbaren en daarin probeer ik Hem te volgen. God heeft mij geroepen om hen te helpen en hen op zo'n manier te helpen dat ze waardig kunnen leven. Zoals Jezus waardigheid gaf aan iedereen die Hij hielp. In India worden mensenlevens vernietigd door sociale uitsluiting, mensenhandel en klimaatverandering. Er moet een wereldwijde bewustwording komen van het onrecht dat in India plaatsvindt. Hier aandacht voor vragen en tegen strijden is zo belangrijk, en Tearfund kan daar een grote rol in betekenen.
Dankzij onze samenwerking met -met name- Tearfund Engeland hebben wij ons netwerk met internationale organisaties kunnen uitbreiden. Als organisatie konden we hierdoor deelnemen aan de Klimaatconferentie van Glasgow en onze stem op het gebied van sociale rechtvaardigheid laten horen aan belangrijke organisaties en invloedrijke personen. Dat is iets wat we eigenlijk niet voor mogelijk hadden gehouden.’
Hij is tot op de dag van vandaag trouw gebleven.
`Ik ben opgegroeid in een arm en hindoeïstisch gezin in het zuiden van India. Door in vakantieperioden en weekenden hard te werken, heb ik mijn studie kunnen bekostigen. Het was tijdens mijn studieperiode dat ik tot geloof in Jezus Christus ben gekomen en de Bijbel intensief ging bestuderen. Ik ontdekte dat Jezus’ bewogenheid uitging naar de armen en dat heb ik als mijn roeping ervaren. Ik wilde Jezus daarin volgen. Ik raakte in contact met EFICOR en verhuisde naar Noord-India om daar te gaan werken. Dat was halverwege de jaren negentig.
Ik werkte onder mensen die door de samenleving worden buitengesloten, en vanwege mijn christen-zijn leerde ik ook zelf wat dat betekende. Door Gods genade heb ik mij daar vijf jaar mogen inzetten. In de ruim 25 jaar dat ik nu bij EFICOR in dienst ben, is Hij tot op de dag van vandaag trouw gebleven. Misschien heb ik dat wel het meest ervaren in de afgelopen paar maanden.’
`Elke laatste vrijdag van de maand hebben we een dag waarop we als staf vasten en bidden, waarin bezinning, aanbidding en toewijding centraal staan. Op 25 juni verzorgde ik online vanuit mijn kantoor een overdenking. Ik had een aantal black-outs achter elkaar en collega’s die vanaf hun eigen bureau de meeting volgden, snelden zich naar mij toe. Ik had zelf niets in de gaten en heb mijn overdenking op dat moment gewoon af kunnen maken. Mijn team vertrouwde het niet en zij raadden mij aan om naar een neuroloog te gaan. Die maakte een MRI-scan en daardoor werd er een tumor in mijn hoofd ontdekt die tegen een hersenzenuw aandrukte.
Op 7 juli is de tumor verwijderd maar kort daarna bleek dat er een inwendige bloeding was opgetreden en moest ik opnieuw onder het mes. Vanuit de Tearfund-familie, de partners en kerken is er voor mij gebeden en de Heer heeft mij op wonderbaarlijke wijze genezen. Op de dag van die tweede operatie bleek dat de bloeding was gestopt en dat de operatie niet meer nodig was. Bovendien bleek de tumor goedaardig te zijn, dus: geen kanker. Het is genade van God geweest. Ik heb ervaren dat God mensen stuurt om de ander in nood te troosten. Zoals hij mij heeft gebruikt in mijn werk onder de meest kwetsbaren, heeft hij andere gebruikt die voor mij hebben gebeden en er voor mij en mijn gezin zijn geweest.’
Het voelde alsof God heel duidelijk tegen mij sprak en me verzekerde dat Hij de controle over mijn leven heeft.
'Vlak voor de eerste operatie las ik in mijn stille tijd Psalm 112, vers 6 tot en met 9. Daar staat: “De rechtvaardige komt nooit ten val, men zal hem eeuwig gedenken. Voor een vals gerucht zal hij niet vrezen, hij is standvastig en vertrouwt op de HEER. Standvastig is zijn hart en zonder vrees. Aan het eind ziet hij zijn vijanden verslagen. Gul deelt hij uit aan de armen, zijn rechtvaardigheid houdt stand, voor altijd, hij zal stijgen in aanzien en eer.” Het voelde alsof God heel duidelijk tegen mij sprak en me verzekerde dat Hij de controle over mijn leven heeft. Als gezin was het een stressvolle situatie, maar te midden van dit alles liet God mij weten dat Hij alles in Zijn hand heeft.
Voordat ik directeur werd, was ik verantwoordelijk voor onze projectprogramma’s. Omdat ik geen opvolger had voor die functie, voerde ik die taken nog steeds gedeeltelijk zelf uit. Ik deed meer dan van mij gevraagd werd en de afgelopen maanden was het alsof God mij ook dwong om rust te nemen. Inmiddels staat de vacature voor programmadirecteur uit en hebben we goede hoop deze binnenkort in te vullen. Ik heb dan mijn handen volledig vrij om te focussen op het leidinggeven, de positionering en het netwerken te focussen.
Achteraf vertelde de dokter mij dat als die black-outs niet achter mijn bureau hadden plaatsgevonden, maar bijvoorbeeld tijdens het autorijden dan had het veel slechter kunnen aflopen. Het is puur genade, en dat is wat ik ook gedeeld heb met mijn team toen ik weer op kantoor kwam: niets is onze goedheid, het is puur Zijn genade dat we vandaag hier zijn. Dat is ook de basis van waaruit we ons werk mogen doen, en met welke ogen we naar de steun vanuit Tearfund kijken.’