Ken je dat gevoel? Eigenlijk wil je niet meegaan in een klimaathype en anderzijds: dat je voelt en weet dat we met zijn allen te veel consumeren. Dat het echt niet normaal is dat tonnen niet verkochte kleding verbrand worden. Dat heel veel eten weggegooid wordt vanwege een houdbaarheidstermijn. Dat er een tekort aan grondstoffen en schone energie ontstaat, terwijl het aantal mensen op aarde toeneemt.
Kun je minderen en tegelijk gelukkig zijn?
Ooit ging ik Tropisch Landgebruik studeren omdat ik honger de wereld uit wilde helpen. Omdat ik me maximaal wilde inzetten voor het hongerende deel van de bevolking op onze planeet. Omdat er manieren mogelijk zijn om duurzamer te produceren en om eerlijker te verdelen. Ik kan de verleiding niet weerstaan om kort te vertellen hoe agroforestry werkt: een teeltmethode waar boomgewassen zorgen voor stikstofbinding uit de lucht, de bladeren die vallen zijn een natuurlijke voedingsbron en de boomwortels houden de grond vast. Onder de bomen kan een schaduwminnend gewas geteeld worden; koffie bijvoorbeeld. En als bodembedekker kies je nog voor een knolgewas. Dan is erosie de wereld uit, help je een gebied economisch vooruit en blijf je weg van kunstmest. Zo.
Maar goed, wat kun jij daarmee? En als je in Nederland woont, hoe minder je dan? En vooral ook, vandaag de dag: kun je dat doen en tegelijk gelukkig zijn?
Het antwoord is: ja.
Hoewel ik niet kan ontkennen dat ‘ervaringen’ (zoals het maken van een verre reis) mensen gelukkig kunnen maken, is inmiddels toch duidelijk dat íedereen die ik op zijn of haar sterfbed mocht begeleiden aangaf dat ‘relaties’ het allerbelangrijkste waren. En de pijnlijke conclusie die ik dan vaak hoorde: te weinig tijd gehad voor kinderen, vrienden of anderen komt dan als ‘schuld’ naar voren.
Het betekent dat mensen de keus moeten durven maken om mínder te werken, mínder geld te verdienen en méér tijd met hun geliefden durven door te brengen. En ja, ik snap best dat een goede vakantie hierbij helpt.
Een zaterdagochtend vogels kijken in de Oostvaardersplassen. Met zeven geleende verrekijkers en evenzoveel kindjes, met zeven appels en pakjes drinken.
Als je mindert in consumentisme en tegelijkertijd leert om te genieten van de kleine momenten, bijvoorbeeld met je zoon of dochter een ijsje eten, een patatje na de voetbalwedstrijd of een picknick in het bos, dan zul je zien hoeveel tijd en aandacht doen. Het is inmiddels wat jaren geleden, maar mijn vrouw bedacht áltijd verjaardagsfeestjes die ze zelf invulde, thuis. Toegegeven: ze was juf. Het waren áltijd gezellige feestjes, hoorden we van de kinderen en hun ouders die hen ophaalden. ‘Gewoon’ een politiefeestje, of iets met graffiti, of (dat was de topper!): een zaterdagochtend vogels kijken in de Oostvaardersplassen. Met zeven geleende verrekijkers en evenzoveel kindjes, met zeven appels en pakjes drinken. We vonden een (nog warme) dode vos, keken onze ogen uit en aten patat toen we thuiskwamen. Fantastisch; er is jaren over nagepraat in de klas van dochterlief.
Het geheim: relaties. Tijd doorbrengen met een ander.
De keus maken om je dochter, die fan is van vinted en tweedehands, te vergezellen naar de kringloopwinkel. Er een sport van maken – mijn persoonlijke voorbeeld – om kleren van de weggeeftafel in de kerk mee te nemen en die dan tijdens een presentatieklus op tv aan te trekken. Complimentjes scoren en dan zeggen: ‘Ja leuk he! Kringloop.’ Om vervolgens verbaasde reacties te oogsten.
Inleveren doet soms zeer, maar níet als het relationeel iets van waarde oplevert. Als je leert genieten van het kleine.
Voor mij persoonlijk is ‘minderen’ ook het directe gevolg van het besef dat ik gevoelig ben voor bezit. Toen een prediker ooit uitlegde dat er dan maar één oplossing is – weggeven – ben ik mezelf daarin gaan oefenen.
‘Gewoon’ naar de buurman lopen als ik gereedschap mis en hem vragen of hij het heeft. Ja, dat kan scary voelen, maar inmiddels belt hij soms ook bij mij aan.
‘Gewoon’ je auto uitlenen aan wie het nodig heeft, tegen brandstofkosten. Ja, dat voelde héél ongemakkelijk toen gebeurde waar ik bang voor was: een deuk. Maar goed, vriendschap mag wat kosten ;-). En ja, ik ken ook de omgekeerde beweging. Dat je gewoon even de auto van een buurvrouw vraagt, omdat zij een trekhaak heeft en jij die kast van Marktplaats moet ophalen; dat je buurvrouw dan aangeeft dat ze het niet zo prettig vindt dat je in haar auto rijdt… en aanbiedt om zélf te rijden om de kast te halen. Haha! Klus gefixt.
‘Gewoon’ je huis beschikbaar stellen in de zomervakantie, zodat een ander er gebruik van kan maken. Ja, je moet ergens overheen, maar als men dan zo’n fijne tijd in je huis heeft, is het goed.
‘Gewoon’ oliebollen uitdelen in de buurt met oud en nieuw. Het kost een paar tientjes en je staat er als buurman vervolgens positief gekleurd op. Dat is niet het doel, uiteraard, maar als mensen iets van God in me zien vanwege positieve ‘vrucht’ in het leven, dan ben ik blij.
Inleveren doet soms zeer, maar níet als het relationeel iets van waarde oplevert. Als je leert genieten van het kleine. Als je ontdekt hebt dat vijf euro voor een paar puddingbroodjes veel positiefs oplevert tussen jou en een ander… En hoe vaak kun je dát wel niet doen van de duizenden euro’s die je anders aan jouw wintersportvakantie uitgeeft?
Begrijp me goed; ik wil het niet tegenover elkaar zetten. Toch hoop ik dat je het een kans wilt geven: minderen, tweedehands en delen… om daarin liefde en waardering te ontvangen. Opdat (jawel!) God geëerd wordt.