Nederland vraagt per jaar meer van de aarde dan er beschikbaar is. Het is een berekening van het Global Footprint netwerk waarbij het gaat om wat de aarde binnen een jaar weer kan vernieuwen, zoals de bomen die we kappen, gebruik van fossiele brandstoffen en het voedsel dat we gebruiken. De datum waarop we onze maximale capaciteit hebben bereikt ligt wereldwijd in juli. Voor Nederland was die dag 12 april.
Zoals we vaker zien: de meest kwetsbaren worden het hardst getroffen.
In Nederland gebruiken we op jaarbasis per persoon 5,7 hectares, terwijl er maar 1,6 ‘beschikbaar’ is. Het opvallende is dat in veel landen waarin een groot deel van de bevolking onder de armoedegrens leeft, er juist meer voorhanden is dan dat ze op dit moment zelf gebruiken.
De Democratische Republiek Congo zou bijvoorbeeld tweeëneenhalf keer zoveel mogen gebruiken op basis van wat er beschikbaar is in dat land. En eigenlijk is dat ook nodig om tot ontwikkeling te komen. Waarom dat niet gebeurt? Niet iedereen heeft toegang tot betaalbare middelen om een goed bestaan op te kunnen bouwen. Dat probleem wordt onder meer veroorzaakt doordat de prijzen opgedreven worden door buitenlandse partijen en producten als grondstof geëxporteerd worden. Een deel van de verwerking gebeurt dus niet in eigen land. Dat zorgt ervoor dat inkomsten worden misgelopen. Zoals we vaker zien in ontwikkelingssamenwerking: de meest kwetsbaren worden het hardst getroffen.
De UN Human Development Index is een goede en breed geaccepteerde index voor ontwikkeling en welzijn die kijkt naar scholing, inkomen en levensverwachting. Landen die hoger dan 0,8 scoren hebben een zeer hoge ontwikkeling. Nederland scoort 0,94 en staat daarmee op de tiende plaats wereldwijd. Congo scoort met 0,48 veel minder goed en komt niet verder dan de 179e plaats.
We zijn aan zet om te onderzoeken waarin wij onze impact kunt verkleinen.
Een duurzame levensstijl betekent dat we gaan leven binnen de ecologische mogelijkheden van onze planeet. Maar ik zou daar graag aan willen toevoegen dat hierbij ook voldaan gaat worden aan het menselijk welzijn voor iedereen. Enerzijds is de politiek aan zet om dat hoog op de agenda te zetten en aan te geven hoe we kunnen toewerken naar een economie waarin we niet meer dan de maximaal beschikbare energievoorraden gebruiken. Bedrijven zijn aan zet om verder na te denken over hoe de ecologische voetafdruk van producten en diensten verminderd kan worden en het welzijn verbetert van de mensen uit de landen waar het geproduceerd. Als individu zijn we aan zet om te onderzoeken waarin wij onze impact kunt verkleinen.
Onze focus ligt vaak op onze eigen situatie in Nederland.
De cijfers van het Global Footprint netwerk laten de spijtige trend zien dat de datum waarop het maximum van de jaarlijkse capaciteit is bereikt, steeds vroeger in het jaar is komen te liggen.
Het is duidelijk dat er grenzen aan groei nodig zijn om ervoor te zorgen dat de datum naar achter geschoven wordt. Hiervoor is een mindset nodig die onze eigen landsgrenzen overstijgt. Dat is nog onvoldoende het geval, want onze focus ligt vaak op onze eigen situatie in Nederland.
Armoedebestrijding is niet enkel een project in het buitenland. Het vraagt om duurzame ontwikkeling waarbij een belangrijke sleutel ligt in hoe wij met de beschikbare middelen hier in Nederland omgaan. Vanuit het besef dat onze levensstijl impact heeft op de meest kwetsbaren op deze wereld.
Cornelis de Schipper is adviseur op het gebied van Ecologische en Economische duurzaamheid bij Tearfund Nederland